Neerlandia. Jaargang 54
(1950)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 8]
| |
landse walvisvaarder, de ‘Willem Barendsz’. Tevens vertoonde hij enige door hem tijdens deze reis vervaardigde films. Op boeiende wijze nam de spreker zijn toehoorders mee naar de Zuidelijke Poolstreken. Men kreeg een duidelijke indruk van wat er op een drijvende traanfabriek als de Willem Barentsz gebeuren moet, alvorens de fabricage van margarine, lippenstift en nog vele andere artikelen beginnen kan. Van het leven van de walvissen, deze grootste zoogdieren, waarvan enkele soorten een lengte van meer dan 30 meter kunnen bereiken, gaf de heer Strijbos een meeslepend relaas. Wij stemmen volgaarne in met zijn wens, dat spoedig de productie van plantaardige vetten zodanig zal zijn toegenomen, dat aan de wereldbehoefte wordt voldaan, zodat de jacht (of beter: massamoord) op deze zoogdieren, die op zo wondere wijze aan de barre levensomstandigheden van het Zuidpoolgebied zijn aangepast, haar bestaansgrond zal verliezen. Op de heen- zowel als op de terugreis werd Kaapstad aangedaan en als humoristisch intermezzo voerde de spreker ons met zijn film naar een kolonie pinguins (in Zuid-Afrika pikkewijnen genaamd), die op de door ontelbare zeevogels bewoonde eilanden voor de kust voorkomen. Op deze eilanden wordt voor millioenen ponden aan guano (vogelmest) verzameld. Spreker merkte nog op, dat in Zuid-Afrika het taalgevoel zoveel zuiverder is dan bij ons, waar de taal vaak doorspekt is met vreemde woorden. De nieuw opgetreden voorzitter van de afdeling Den Haag, de heer Mr Y.H.M. Nygh, sloot deze bijzondere avond met een hartelijk dankwoord aan de heer Strijbos, waarmede hij de gevoelens van de zeer talrijke toehoorders vertolkte. |
|