Neerlandia. Jaargang 54

Zuid-Afrika

Uit de Zuidafrikaanse bladen

De uit Zuid-Afrika ontvangen knipsels waren genomen uit de bladen tot ongeveer midden November 1949.

Voor zover ze betrekking hadden op de voorbereidingen voor de inwijding van het voortrekkersmonument vermeldden ze de ontvangst der rapportrijders op verschillende plaatsen en het verschil van mening of bij de plechtigheid al of niet alleen Afrikaans zou mogen worden gesproken.

Daar de onthulling inmiddels is geschied geven we er ditmaal de voorkeur aan, een berichtje van later datum te knippen uit de Nieuwe Courant, een te 's-Gravenhage uitgegeven dagblad, dat we

[p. 5]

hier laten volgen, omdat Neerlandia toch in het Januarinummer daarover ook de lezers dient in te lichten.

Genoemd blad schrijft:

Tijdens de plechtige onthulling van het Voortrekkersmonument in Pretoria, hebben zowel de Zuid-Afrikaanse premier Malan als de leider van de oppositie generaal Smuts, hun toehoorders aangespoord de toekomst met vertrouwen tegemoet te gaan. Malan kon niet nalaten te waarschuwen voor de vermenging van blanko en niet-blanke rassen; generaal Smuts voorspelde, dat het pad van de Europese gemeenschap in Afrika niet over rozen zou gaan. Om 12 uur 's middags werden de deuren geopend van het 40 m hoge gedenkteken, dat opgericht is ter herdenking aan het verslaan van de Zoeloes, 100 jaar geleden. De onthulling werd voorafgegaan door een wijdingsdienst, welke drie predikanten leidden, waarna de eigenlijke inwijdingsplechtigheid begon, die bestond uit toespraken, afgewisseld met koorzang.

Aan hetzelfde blad ontlenen we het volgende over de culturele banden van Zuid-Afrika met Nederland.

Naar wij vernemen is in Zuid-Afrika een commissie benoemd om de regering te adviseren aangaande de versterking van de culturele banden met Nederland, eventueel door middel van een cultureel verdrag met Nederland.

Als voorzitter is benoemd de secretaris-generaal van Onderwijs, K. en W., de heer H.S. van der Walt. De leden zijn: prof. dr D. Pont, hoofd van de rechtsfaculteit van de Universiteit van Pretoria, prof, dr S.P.E. Boshoff. hoofd van de schriftelijke Universiteitscursussen, dr H.O. Monnig, veeartsenijkundige, prof. dr F.E.J. Malherbe, hoogleraar in het Nederlands aan de Universiteit van Stellenbosch, prof. dr M.C. van den Heever, hoogleraar in de Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Witwatersrand, Johannesburg en dr F.C.L. Bosman, secretaris van de Zuid-Afrikaanse Académie voor kunst, wetenschap en techniek.

De commissie zal zich bezig houden met de toekenning van de studiebeurzen, die pas beschikbaar gesteld zijn voor Nederlandse studenten en ook met studiebeurzen, die Zuid-Afrikaanse studenten ter beschikking staan om in Nederland te komen studeren.

Een andere voorname functie van de commissie is raad te geven inzake wederzijdse uitwisseling van geleerden om over en weer lezingen te komen houden over Nederland en Zuid-Afrika.

De commissie zal een belangrijke rol spelen bij de opstelling van een cultureel verdrag tussen Nederland en Zuid-Afrika, waarover thans onderhandelingen gevoerd worden.

Tot zover de Nwe Crt.

Het Alg. Ned. Verbond heeft reeds meermalen het zijne bijgedragen tot bevordering van de studie van Zuid-Afrikaners in Nederland, ook door het beschikbaar stellen van beurzen.

Een ander middel tot versteviging van de culturele banden zijn de op 1 Nov. j.l begonnen radio-uitzendingen uit Nederland in het Afrikaans onder leiding van de toneelleider en schrijver J. Nel van der Merwe, oud-onderwijzer, sedert kort in Nederland.