Neerlandia. Jaargang 40
(1936)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdAmerikaEen Amerikaansche stad door Nederlanders gestichtWeer een inlijving! Tot dusver werd aangenomen, dat Germantown, bij Philadelphia, gesticht was door Duitsche doopsgezinden. Op een gedenkteeken te Krefeld (Duitschland), ter eere van de stichters in 1931 opgericht, kan men lezen, dat Germantown ‘de eerste zuiver Duitsche nederzetting’ was op Amerikaanschen grond en dat de ‘Duitsch Amerikaansche Nationale Bond’ dit gedenkteeken oprichtte ‘het oude Vaderland nooit vergetend; trotsch op zijn oude beschaving van duizenden jaren en zijn, in den nieuwen tijd bevochten, onvergelijkelijke verwervingen (Errungenschaften); steeds gedachtig aan de schitterende eigenschappen, die het Deutschtum der Vereenigde Staten aan het oude Vaderland te danken heeft’. Dit is alles uiterst mooi en treffend.... maar niet juist. Prof. William I. Hull van Swarthmore College, Pennsylvania, toont in zijn nieuwste monografie over de KwakersGa naar voetnoot1) aan, dat Germantown niet gesticht is door Duitsche mennonieten, maar door Hollandsche Kwakers uit de Rijnstreek. Hull is een bevoegd schrijver over de geschiedenis der Kwakers. Reeds verschenen tien werken van zijn hand, waarvoor hij o.a. handschriften heeft geraadpleegd in vijf talen uit even zoovele landen. Dank zij eenige jaren studietijd te Leiden schijnt hij onze taal, al gebruikt hij haar niet voor zijn geschriften, goed te kennen; hij schreef zijn eerste boek over een Amsterdammer: Willem Sewel, andere over De Opkomst van het Kwakerisme te Amsterdam, Hollandsche Kwakeraanvoerders, De Opkomst van het Kwakerisme te Rotterdam, enz. Hij heeft aangetoond welke nauwe betrekkingen er hebben bestaan tusschen de Hollandsche Kwakers en William Penn en welken invloed zij hebben gehad op het leven en het denken in de Nederlanden en West Duitschland. De Nederlanders trokken daarheen, deels tot het maken van bekeerlingen, deels tot het stichten van koloniën. Tot ver in de Duitsche landen drongen zij door, zij preekten, verspreidden tractaatjes en zochten vriendschap met invloedrijke personen, wier bescherming zij inriepen tegen de vervolgingen. Penn heeft drie propaganda- en kolonisatiereizen gemaakt naar de Nederlanden en Duitschland. Hij had belangrijke betrekkingen met vloot- en legerbelangen in de Ver. Provinciën en haalde de Kwakers over, hun woonplaatsen in het Rijndal te verlaten en hem naar de Nieuwe Wereld te volgen. Deze Nederlanders stichtten Germantown, het waren 13 mannen, waarvan 9 met hun vrouwen, verder 1 ongetrouwde vrouw, Margriet Op den Graeff, 1 jongen, Denart Streype, 2 kinderen op zee geboren en 8 andere kinderen. De namen der 13 waren: Dirk Isaks Op den Graeff, Herman Isaks Op den Graeff, Abraham Isacks Op den Graeff, Lenert Arents, Thones Kunders, | |
[pagina 227]
| |
Reiner Tysen, Willem Strepers, Jan Lensen, Pieter Keurlis, Jan Siemes, Johannes Blijkers, Abraham Tunes en Jan Luykens. Zij bereikten op 6 Oct. 1683 Philadelphia en kregen zes dagen later van William Penn een cedel voor 2428 ha. grond, waarvan de helft bestemd was voor het gezelschap, dat uit Frankfort was overgekomen. In overleg met F.D. Pastorius, den leider der Duitsche kolonisten, werd toen ieders aandeel uitgemeten. Pastorius bleef nog twee jaren lang te Philadelphia wonen, maar de Hollanders begonnen terstond op den verkregen grond hun woningen te bouwen, die zij nog denzelfden winter betrokken. Terzelfder tijd vestigden zich in de nieuwe gemeente drie Duitsche gezinnen; later kwamen er meer Duitschers, zoowel als Nederlanders uit Krefeld en Krisheim. In 1690 telde de bevolking 175 personen, op 8 of 10 na allen Nederlanders, ook uit tal van plaatsen in de Nederlanden. Namen als Jacob Claesen, Annetje en Barent van der Werf, Dirk Jansen, J.W. Boekenoogen, Gerrit en Cornelis de Wees, Jan Willems, Adriaan van der Sluys, Kath, van de Woestyne, Arent Hendricks, Hendrik Pannebakkers laten geen twijfel toe aan de Nederlandsche herkomst. Als overtuigend stuk is voorts in het boek afgedrukt een foto van de in het Nederlandsch gestelde huwelijksakte van de Nederlandsche Kwakers Dirck Isacks en Neuleken Vijten, die in 1681 te Krefeld trouwden. Bijna al de getuigen bij dit huwelijk, wier handteekening onder de akte staat, verhuisden van Krefeld naar Pennsylvanië als een aaneengesloten gemeente. Hulls boek bevat onder vele andere belangrijke verluchtingen, een foto van een Nederlandsche vertaling van een brief van den Kwaker-prediker Rodtgert Langwort uit Philadelphia, welke kenschetsend is voor de manier, waarop het goede nieuws van Penns land van belofte verspreid werd onder degenen in de Oude Wereld, die naar een veilige woonplaats uitzagen. De Nederlandsche kolonisten hebben in Germantown vijfentwintig jaren lang ongemoeid gewoond tot de groote Duitsche inhuizing begon, waarin zij geheel zijn opgegaan, zooals later de Duitschers op hun beurt werden opgeslorpt door den Angelsaksischen stam. Germantown kreeg de eerste papierfabriek van Amerika en de eerste school. Ook verscheen daar de eerste Bijbel, die in Amerika gedrukt is, in welke taal ook. Hoe sterk de Nederlanders vasthielden aan hun eigen aard, aan vrijheidsen rechtvaardigheidszin, blijkt uit een door den Amerikaanschen schrijver medegedeelde bijzonderheid. Te Germantown is het eerste verzet tegen den slavenhandel beproefd, twee eeuwen vóór Beecher Stowe haar ‘Negerhut’ schreef. Nederlandsche kolonisten stelden in het Engelsch, dat hun heel wat moeite schijnt te hebben gekost, een verzoekschrift op, om op afschaffing aan te dringen; het werd echter niet verzonden, het vertegenwoordigend lichaam der Kwakers durfde een zoo ingrijpende daad niet aan! Welk aandeel Duitschers ook later in de ontwikkeling van Pennsylvanië hebben genomen, Prof. Hull heeft in zijn met zooveel waardeering voor den Nederlandschen geest geschreven werk bewezen, dat de eerste stap van Nederlanders is uitgegaan. Aardrijkskundig mogen dezen ‘Duitschers’ hebben geheeten, in zoover als die benaming inde zeventiende eeuw een bepaalde beteekenis had, staatkundig waren de Krefelders onderdanen van Prins Willem III. Zij waren Nederlanders van nationaliteit, oorsprong, taal en zeden. De Hollandsche stichters van Germantown bezaten evenwel niet zulk een begaafd geschiedschrijver als de Duitschers in F.D. Pastorius, de eenige van den troep, die een academische opleiding had gehad. Hij heeft uiteraard in zijn verhaal de Duitschers op den voorgrond geschoven, waarin latere schrijvers hem klakkeloos hebben nagevolgd. De onartistieke Germania op het in 1920 te Germantown opgerichte gedenkteeken is onhistorisch! Het is geen geringe verdienste van prof. Hull, deze geschiedkundige fout te hebben hersteld in zijn voortreffelijke studie. H.S.M. VAN W. CROMMELIN. |
|