Neerlandia. Jaargang 40
(1936)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 206]
| |
Zuid-AfrikaCornelia Margaretha de Wet †Den 16den Juli overleed op bijna 80-jarigen leeftijd, op haar plaats Shema in den Oranje Vrijstaat, Cornelia Margaretha Krüger, weduwe van den wereldberoemden generaal Christiaan de Wet. Voor het Zuidafrikaansche volk is het heengaan van deze ‘volksmoeder’, zooals zij genoemd werd, een groot verlies. Zij was het type van een trouwe, vaderlandslievende, edele voortrekkersvrouw, gehard in den strijd des levens, een ideale Afrikaansche. 22 Dec. 1856 werd zij op de plaats Middelpoort nabij Bloemfontein geboren en trad op 17-jarigen leeftijd met den eenvoudigen boerenzoon Christiaan de Wet in het huwelijk, dat met 16 kinderen gezegend werd. Aardsche bezittingen had het jeugdige echtpaar niet veel. Zij begonnen hun huwelijksleven op de plaats Nieuwjaarsfontein als bezitters van 60 schapen, een paard en acht koeien! Na de annexatie vertrekt De Wet met vrouw en kinderen naar Transvaal, neemt deel aan den eersten vrijheidsoorlog, wordt lid van den Volksraad der Z.A.R., doch keert in 1889 naar den Oranje Vrystaat terug, waar hij zitting krijgt in den Volksraad tot 1898 voor het naar zijn vader genoemde plaatsje Dewetsdorp. Toen de tweede vrijheidsoorlog uitbrak, toog De Wet op commando en oogstte veel lauweren. Zijn naam werd onsterfelijk. Groot is het lijden geweest van mevrouw De Wet, die van haar plaats moetende vluchten, is opgejaagd en een leven vol ontberingen leed. Fier heeft zij in October 1900 het aanbod afgeslagen van de Britsche autoriteiten, die haar £ 10.000 waarborgden, wanneer zij haar man wilde overhalen om den strijd op te geven. Verachtelijk verwierp zij het aanbod met de woorden: ‘Geen geld sal my koop om hoogverraad te speel nie’. Op 23 December werd zij met een aantal vrouwen en kinderen uit Potchefstroom naar Johannesburg gevoerd. Zij kreeg vergunning op eigen kosten een huisje te huren en woonde in de Jutastraat 58 met haar 8 kinderen, rustig den strijd afwachtend. Doch ook daar werd zij achtervolgd o.a. door den broeder van haar man, commandant Piet de Wet, die den strijd had opgegeven en haar trachtte te overreden om Christiaan de Wet tot het neerleggen der wapens te bewegen. Zij beklaagde zich daarover bij het Hoofd van de Militaire Politie. Den 26sten Juli 1901 deporteerde men haar naar het concentratiekamp te Pietermaritzburg, waar zij veel ellende heeft beleefd. Tot 31 Mei 1902 is zij in dit kamp gebleven. Ook daar verrichtte zij een daad van fierheid en trouw door de lijst te verscheuren, welke wankelmoedige vrouwen haar ter teekening hadden aangeboden en waarin bovenaan een plaats voor haar naam was opengelaten, in welk stuk den echtgenooten werd verzocht den strijd te staken. De houding harer medegevangenen verontschuldigde zij door te zeggen: ‘lafhartigheid was het niet, zij waren mismoedig, overbluft en door ellende overweldigd’. Na den vrede van Vereeniging toog De Wet naar Europa om met de Boerengeneraals Botha en De la Rey gelden voor het verarmde volk in te zamelen. Mevrouw De Wet bleef achter op haar plaats in een tent, want de plaats was grondig verwoest. Na den eerbouw van de boerderij trad De Wet weer in het politieke leven op als minister, lid van den Verdedigingsraad enz., maar de rebellie van 1914 maakte daaraan een einde. Toen hij na gevangenisstraf te hebben ondergaan, vrij kwam, woonde het echtpaar stil en ingetogen op de plaats ‘Allandale’, zich aan de boerderij wijdende, waar ‘Oom Christiaan’ op 3 Febr. 1922 haar in den dood voorging. De Unieregeering had haar pensioen in 1934 van £ 150 tot £ 500 verhoogd. Een kort ziekbed van enkele dagen maakte een eind aan het veelbewogen leven dezer heldhaftige vrouw. In allen eenvoud, maar met ontroerend medeleven van een groote schare werd zij 17 Juli op Dewetsdorp ter aarde besteld na een leven van dienende liefde, opoffering en moed ten bate van haar echtgenoot en van haar volk in dagen van grooten | |
[pagina 207]
| |
druk, strijd en vervolging. ‘Dra sorg dat jou siel geen skade ly en hou jou geloof hoog’, had zij haar echtgenoot toegesproken bij zijn opsluiting in de Johannesburgsche gevangenis. Zelf had zij bewezen omkooping te kunnen weerstaan en haar geloof te kunnen behouden. Dr. Theo Wassenaar wijdde haar de volgende versregelen: Liewer op die weg van lye,
Met die, stryers saam aan 't strye,
Vaandeldraers van die Vrye,
Bittereinders vir ons Eie,
Vóór, 'n hoë ideaal,
Dan in 'slaafgees, - arm bedroës -
Drink die soet wyn van dië hoës;
Liewer saam met die geboës;
Dan waar siel en self verloës,
Knegte praat 'n vreemde taal.
In die strydperk van die lewe,
Tot 'n steun en raad gegewe,
Trou in plig, in daad bedrewe,
Tot die laatste snik gestrewe,
Stil het sy verbygegaan.
Groot nog op die mishoop staan hy,Ga naar voetnoot*)
Langs die stofpad, voorwaarts gaan sy;
Trekkend nog, as Trekker, baan hy,
Vegtend op die voorpunt staan sy,
Moeder, tot haar taak voldaan.
FRED. OUDSCHANS DENTZ.
|
|