| |
| |
| |
| |
Jaarverslag van het Hoofdbestuur over 1935
Het overzicht van hetgeen het Verbond in 1935 wedervaren is, behoort te beginnen met een herinnering aan het overlijden van onzen Eere-Voorzitter in dat jaar.
Dat aan Dr. Kiewiet de Jonge bij zijn aftreden als Algemeen Voorzitter deze titel aangeboden werd, bewijst natuurlijk, dat hij als zoodanig bijzondere verdiensten had, die het hoofdbestuur wenschte te erkennen. Men kan ook toegeven, dat het hoofdbestuur niet meer kon doen. En toch blijkt uit die onderscheiding allerminst de buitengewoon groote beteekenis van Dr. Kiewiet de Jonge voor het Verbond. Hij wàs het Verbond gedurende een zeer groot gedeelte van zijn werkzaam leven.
Hoewel Hip. Meert in Vlaanderen reeds een Algemeen Nederlandsch Verbond opgericht had, heeft Dr. Kiewiet de Jonge, onbekend met dat feit, op het Taal- en Letterkundig Congres te Dordrecht in 1897 zijn plan ontwikkeld voor een wereldbond, die Nederlanders en stamgenooten, over de aarde verspreid levend, zou moeten omvatten om gezamenlijk te werken voor handhaving en verdere ontwikkeling der Nederlandsche Cultuur.
Aan Dr. Kiewiet de Jonge danken wij derhalve, naast Hip. Meert, de oprichting van ons Verbond. En, aangezien Meert niet zich zelf zocht, maar alleen opkwam voor de belangen, die hij met zooveel overtuiging diende, werd Dr. Kiewiet de Jonge, toen de zetel van het Verbond in Nederland gevestigd werd, de ziel der beweging.
Alle krachten, waarover hij beschikte, zijn rotsvaste overtuiging, redenaarstalent, groote eerlijkheid, aangename
| |
| |
omgangsvormen en bijzondere werkkracht, heeft hij in dienst van het Verbond gesteld.
Zoo heeft hij gewerkt tot ook voor hem het oogenblik kwam, waarop hij de teugels moest overgeven, een oogenblik, waarop, door de hevige beroering ook op het gebied waarop het Verbond zich beweegt, vele vraagstukken een oplossing eischten. Het heeft den dapperen, ridderlijken strijder veel gekost, dat hij de commandobrug verlaten moest, toen de drie barken A.N. en V. nog niet weder rustig naast elkaar voortzeilden. En zij, die het voorrecht hadden vele jaren met hem te mogen samenwerken, begrijpen volkomen, wat er in hem omgegaan is bij en na zijn aftreden.
Het Verbond behield zijn liefde.
Met groote belangstelling bleef hij alles volgen, wat er in het Verbond omging, tot het einde kwam.
| |
Algemeen overzicht.
Evenals in het vorige verslagjaar heeft het Verbond met alle ten dienste staande middelen getracht het besef van de geestelijke eenheid van onzen stam levendig te houden en mede te werken aan behoud en uitbouw van onze cultuur, in de overtuiging dat, hoe hoog de nood van onzen tijd mag zijn, het verlies en de vernietiging van geestelijk volksbezit met de uiterste inspanning moet worden tegengegaan.
De noodzakelijke bezuinigingen, door vermindering van de regeeringsbijdrage en het verlies van vele leden, dwongen ons den Verbondsarbeid zeer te beperken.
Ter gelegenheid van de Brusselsche wereldtentoonstelling verspreidde het Verbond een geschriftje, waarop de wenk voorkwam: Nederlanders, houdt Uw taal hoog! 23.000 pamfletjes werden onder de reizigers verspreid, met medewerking van de Nederlandsche spoorwegen. Op de eerste bladzijde van het Julinummer 1935 van Neerlandia werd er de nadruk op gelegd, dat het Nederlandsch de taal is van de meerderheid van de bevolking van België.
De daartoe ingestelde werkcommissie trof voorbereidingen tot het bijeenbrengen van een waarborgfonds, ten behoeve van de in 1936 te houden Algemeen Nederlandsche Kunsttentoonstelling.
De tentoonstelling van oorlogsherinneringen, welke de commissie voor het oorlogsmuseum te Bloemfontein voor de derde maal in het gebouw Laan 34 te 's-Gravenhage heeft gehouden, alvorens deze naar Zuid-Afrika op te zenden, werd 18 Mei 1935 geopend door den Gezant van de Unie van Zuid-Afrika, Z.Exc. Dr. H.D. van Broekhuizen. De A.V.R.O. nam een deel der uitgesproken rede op in het radio-journaal van Zondagavond 19 Mei.
In October was het 110 jaren geleden dat Paul Krüger geboren werd. Ter gelegenheid van dit feit werd te Amsterdam, te zamen met de SASVIA (Suid-Afrikaanse Studente Vereniging in Amsterdam) een tentoonstelling gehouden van herinneringen aan den President, alsmede van voortbrengselen der Afrikaansche letterkunde (10 tot 16 October).
Deze tentoonstelling werd vervolgens naar Hilversum overgebracht (woonplaats van Krüger tijdens zijn ballingschap). Zij werd van 23 tot 28 October in de oude raadszaal te Hilversum gehouden, door den loco-burgemeester geopend, en door niet minder dan 2000 personen bezocht.
Ter gelegenheid van de kranslegging bij het standbeeld van President Steyn door de Sasvia, welke op 16 December Dingaansdag te Deventer vierde, werd aldaar een President-Steyntentoonstelling in de openbare leeszaal ingericht, de eerste tentoonstelling van dien aard in Nederland. Er waren een 100-tal nummers uitgestald, op leven en werk van Steyn betrekking hebbend.
Dit jaar kwam, vooral ook dank zij de medewerking van de vereeniging ‘Zeemeeuw’, een uitvoerige en zéér volledige Cyriel-Verschaeve-tentoonstelling tot stand, die herhaaldelijk veel belangstelling trok.
Dank zij den steun ook van het A.N.V. konden de Nederlandsche cursussen in Duitschland in stand gehouden worden. De kosten konden bestreden worden uit gelden, door het A.N.V., vele Verbondsleden en particulieren bijeengebracht. Ook voor leermiddelen heeft het Verbond
| |
| |
op ruime schaal gezorgd (Afdeeling Boekverspreiding). Vooral Luit.-Generaal Jhr. E.J.M. Wittert en Kolonel F. Dekker hebben zich zeer veel moeite getroost om het doel te bereiken.
Een kort woord moge gewijd worden aan hen, die in de rangen van het Verbond een leegte achterlieten.
Noemen we dan in de eerste plaats den heer Omer Wattez, oud-Voorzitter van Groep Vlaanderen. Onder zijn leiding bepaalde de groep zich streng tot de behartiging der cultureele belangen der Vlamingen. Bij zijn aftreden werd hij tot Eere-Voorzitter van de Groep benoemd. Hij overleed 26 Maart in zijn woning te Sint Lambrechts-Woluwe op 78-jarigen leeftijd.
18 November 1935 overleed de heer Th. G.G. Valette op bijna 80-jarigen leeftijd. In 1916 werd hij door Groep Ned.-Indië in het Hoofdbestuur afgevaardigd, waarvan hij tot 1925 lid bleef. Hij gaf altijd blijk van groote belangstelling.
Op 13 December 1934 overleed op Curaçao Pater Ambrosius Petrus Euwens Ord. Praed. (geboren te Nijmegen 6 Juli 1868). Gedurende zijn verblijf in Nederland (1906-1907) was Z.Eerw. lid van het H.B. Langen tijd maakte hij deel uit van het bestuur van Groep Nederlandsche Antillen. Groot was zijn liefde voor de Curaçaosche geschiedenis.
Ten slotte moge, met dankbaarheid, vermeld worden de radio-rede, die Zijne Excellentie Dr. J.R. Slotemaker de Bruïne op verzoek van het H.B. uitgesproken heeft op Oudejaarsavond, en die door de Phohi onder het bereik gebracht werd van Nederlanders en stamverwanten over de geheele wereld.
| |
Hoofdbestuur.
Een belangrijk verlies leed het Hoofdbestuur toen de Alg. Secretaris, de heer J.E. Bijlo, in verband met zijn leeftijd meende te moeten aftreden. Hij had van April 1923 af zitting in het H.B. In de bijeenkomst van het Dagelijksch Bestuur van Augustus 1935 werd hem als stoffelijk blijk van waardeering de verguld zilveren medaille van het Verbond aangeboden. In het Augustusnummer van 1935 schreef de Algemeene Voorzitter een afscheidswoord.
De heer Bijlo werd vervangen door den heer Ph. C.A.J. Quanjer, oud-Inspecteur van het Inlandsch Onderwijs in Ned.-Indië.
Ook de Algemeene Ondervoorzitter, Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler, trad in den loop van het jaar in verband met zijn leeftijd af; hij werd vervangen door den heer J.N. Pattist, voorzitter van Groep Nederland te 's-Gravenhage, terwijl de heer Von Weiler als afgevaardigde voor Groep Suriname vervangen werd door Mr. Dr. F.L.J. van Haaren, Burgemeester van Schiedam.
Het H.B.-lid J.S.C. Kasteleijn behartigde ook op zijn jongste reis naar Ned. Indië de belangen van ons Verbond, verkreeg daarbij o.a. aanraking met bestuursleden van Groep en afdeelingen en hield op deze wijze het verband met het Hoofdbestuur levend.
Als nieuwe vertegenwoordiger van het Verbond te Kopenhagen werd aangesteld de heer H.R. 't Hoen, aldaar, die reeds herhaaldelijk werkzaam kon zijn in het belang van het Verbond en de Nederlandsche Kolonie te Kopenhagen. Te Parijs werd als zoodanig benoemd de heer Mr. J.W. Wijnaendts.
Ledental. |
1 Jan. |
1 Jan. |
|
1935 |
1936 |
Groep Nederland |
3489 |
3168 |
Groep Ned.-Antillen |
494 |
457 |
Groep Ned.-Indië |
530 |
450 |
Groep Suriname |
204 |
159 |
Groep Vlaanderen |
926 |
500 |
Zelfstandige Afdeelingen: |
|
|
Bloemfontein |
97 |
96 |
Kaapstad |
179 |
167 |
Nieuw-Nederland |
113 |
122 |
Roemenië |
117 |
112 |
Alg. Leden Buitenland |
496 |
397 |
|
_____ |
_____ |
|
6645 |
5628 |
| |
Jeugdbriefwisseling met Zuid-Afrika.
Het verstrekken van adressen van en aan schoolkinderen in Nederland en Zuid-Afrika vond geregeld voortgang. Het aantal correspondentjes nam steeds toe, en met vreugde kunnen wij vast- | |
| |
stellen, dat ook de resultaten gunstig zijn, zoowel wat betreft de verruiming van den blik der Nederlandsche schooljeugd, als wat betreft het aanknoopen van nieuwe Nederlandsch - Zuid-Afrikaansche betrekkingen.
| |
Het verbondswerk in de groepen en zelfstandige afdeelingen.
Nederland.
Volgens het jaarverslag van Groep Nederland over 1935 liep het aantal leden met 325 d.i. 9.31% achteruit. Het voortduren van de slechte economische omstandigheden, waaronder ons volk gebukt gaat, heeft grooten invloed geoefend op dien achteruitgang in ledental. Ook wordt het verbondswerk in enkele afdeelingen met weinig opgewektheid verricht.
Op het einde van 1935 telde Groep Nederland, behalve de Algemeene leden, 31 afdeelingen. In de meeste afdeelingen ging het ledental achteruit. Enkele afdeelingen boekten eenigen vooruitgang (Rotterdam, Oost Zeeuwsch-Vlaanderen, Breda, Leiden).
De afdeelingen Gouda, Jongelieden ('s-Gravenhage), Hoorn en Woerden werden opgeheven. Daartegenover staat dat tegen het afsluiten van dit verslag het aantal nieuwe toetredingen grooter werd, een verschijnsel dat zich de eerste maanden van 1936 doorzette. In Juli werd een nieuwe afdeeling Zuid- en Noord-Beveland te Goes opgericht.
Er werden twee groepsvergaderingen gehouden, n.l. op 6 April te Haarlem en op 6 November te Dordrecht.
Op deze laatste vergadering werd een motie aangenomen, waarin het groepsbestuur uitgenoodigd wordt op de volgende vergadering te komen met een voorstel, waardoor de propaganda van de verbondsgedachte krachtiger tot het Nederlandsche volk zal spreken.
Op 6 Juli werd een groepsdag gehouden te Utrecht. De Verbondsleden werden door het gemeentebestuur ontvangen in de St. Michaelskapel, gelegen in den Domtoren. De Burgemeester, Mr. Dr. G.A.W. ter Pelkwijk, hield een sympathieke welkomstrede.
In zijn vergadering van 16 November stelde het Groepsbestuur een commissie van drie leden in, die de opdracht kreeg de propaganda in haar geheel te bezien en voorstellen daartoe in te dienen, binnen het kader der verbondswet. De heeren K.E. Oudendijk, F. Kroon en Drs. W. Goedhuys werden in deze commissie benoemd.
Reeds in de 2de helft van dit verslagjaar werd een aanvang gemaakt met het beter inrichten en krachtiger voeren der propaganda.
| |
Afdeeling Sumatra's Oostkust.
De Voorzitter, Mr. J. Biemond, werd aan het einde van het jaar vervangen door den secretaris, den heer F.J.H. Klevant.
Er werden een zevental lezingen gehouden, enkele met lichtbeelden. Zoo hield Gerard Rutten een lezing (tezamen met ‘De Delische kunstkring’) over de in bewerking zijnde film: Rubber.
Het bestuur verwacht, dat de achteruitgang van het ledental, voornamelijk tengevolge van den economischen toestand, thans tot staan gekomen is.
| |
Groep Suriname.
In het bestuur hadden geen wijzigingen plaats.
Omstreeks Mei zag de heer Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler zich genoodzaakt ontslag te vragen als afgevaardigde. Onder dankbetuiging voor al hetgeen de heer Von Weiler in de afgeloopen 32 jaar voor het Verbond en voor de groep Suriname in het bijzonder gedaan had, werd hem dit ontslag verleend. Mr. Dr. F.L.J. van Haaren werd bereid gevonden als zijn vervanger op te treden.
Het ledental liep van 162 tot 140 terug.
De Groep droeg 100 gulden bij tot den wederopbouw van één of meer batterijen van het oude fort Nieuw-Amsterdam.
| |
Afdeeling Kaapstad en omstreken.
In het bestuur kwam weinig verandering. Door het overlijden van Oud-President F.W. Reitz was het Eere-voorzitterschap dezer afdeeling opengevallen. Dit werd in 1935 aan Senator F.S. Malan aangeboden en aanvaard.
| |
| |
Op 1 Januari 1936 bedroeg het aantal leden 149.
Het A.N.V. organiseerde een zeer geslaagden maaltijd ter eere van de offieieren en onderofficieren van de Bloemfontein bij de eerste aankomst te Kaapstad. Vele vooraanstaande personen waren tegenwoordig.
Gedurende het verblijf van de K. 18 werden vele feestelijkheden en tochten georganiseerd.
De afdeeling is aangesloten bij de Federasie van Afrikaanse Kultuur-verenigingen, die veel goed werk verricht ter bevordering van de Afrikaansche taal en cultuur.
Prof. Colenbrander hield eenige lezingen in Kaapstad, waaronder een voor het A.N.V
| |
Afdeeling Bloemfontein.
Het Bestuur dezer afdeeling vergaderde zeven maal in het afgeloopen jaar.
In Maart gaf de heer Welling, gep. leeraar uit Rotterdam, een lezing over ‘Hedendaagsche stroomingen in Nederland’. De heer Sandrock hield een lezing over Nederl.-Indië; de gezant, Dr. Lorentz, sprak 30 April.
De grootste gebeurtenis van het jaar was de schitterend geslaagde opvoering van ‘Het hoogste Recht’.
In September kwam Prof. Dr. Colenbrander, hoogleeraar te Leiden.
Het ontvangen jaarverslag maakt melding van een opleving dezer afdeeling.
| |
Afdeeling Nieuw-Nederland.
Gedurende het afgeloopen jaar is er een kleine vermeerdering in het aantal leden gekomen (gestegen van 113 tot 120).
Ter viering van den verjaardag van H.K.H. Prinses Juliana op 29 April heeft de afdeeeling, dank zij de welwillende medewerking der Holland - Amerika Lijn, een feestmaaltijd kunnen houden aan boord van het s.s. Statendam, waarbij Zijne Excellentie Mr. H.M. van Haersma de With de afdeeling met zijn tegenwoordigheid vereerde.
Ter gelegenheid van de herdenking van Leidens ontzet was er, evenals het vorige jaar, een feestmaaltijd voorbereid aan boord van de Volendam. Deze kon niet doorgaan wegens onverwijld vertrek; op 9 December werd aan boord een St. Nicolaas-maaltijd gehouden.
| |
Verbondsinstellingen.
Neerlandia.
Ons maandblad heeft zich in 1935 te midden der vereenigingsorganen weten te handhaven als een tijdschrift met eigen karakter, d.i. afspiegeling van wat er op het uitgestrekte gebied van den Nederlandschen stam voor ons Verbond belangrijks voorvalt. De aandacht onzer leden en lezers - dekten deze begrippen elkaar maar altijd! - wordt nu eens gevestigd op de Oost, dan weer op de West, en eigen woonstee wordt niet vergeten. Ook in den 39sten jaargang trachtte de redactie zooveel mogelijk in elk nummer aan de belangrijkste gebeurtenissen en werkzaamheden van elke groep en afdeeling in beschouwingen of berichten met woord en beeld bekendheid te geven en dus Nederlanders, Vlamingen en Afrikaners in de gelegenheid te stellen in Neerlandia toenadering te zoeken en saamhoorigheid te betrachten. Gaarne zouden wij dat op veel grooter schaal doen, als de geldmiddelen van het Verbond dat veroorloofden.
Wie zijn oog over de inhoudsopgaaf van den ingebonden jaargang laat gaan, vindt een groote verscheidenheid van feiten en daden, waarin zoowel de hedendaagsche Grootnederlandsche volkskracht tot uiting komt als die, welke in het voetspoor der vaderen als prikkel voor het heden en de toekomst te waardeeren valt. Men vindt in dien inhoud ditmaal veel namen van overleden oudstrijders. Hun ledige plaatsen vragen om nieuwe krachten, die hun taak kunnen voortzetten op ver uiteenliggende posten.
Met 1935 sloot een tijdperk van vijf jaren af, waarin Neerlandia in groot formaat verscheen. In typografisch opzicht voldeed het ten slotte minder. Door kleinere afmeting bij uitgebreider inhoud en behaaglijker opmaak meende de redactie nieuwe belangstelling te kunnen wekken. Zij hoopt, dat de 40ste jaargang daarvan de bevestiging zal brengen, ook
| |
| |
in pittige bijdragen, die vaardige pennen haar over belangrijke onderwerpen zullen willen zenden.
De Afdeeling Boekverkoop, het vorige jaar gesticht, ontwikkelde zich in gunstigen zin en droeg er toe bij, onze leden in binnen- en buitenland meer vertrouwd te maken met de vraagstukken onzer beweging en de voortbrengselen onzer beschaving.
| |
Afdeeling Boekverspreiding.
Sedert de Afdeeling Boekverspreiding, als opvolgster van de op 18 October 1902 opgerichte Boekencommissie, haar zetel in het hoofdkantoor heeft, is de beteekenis van het werk aanzienlijk toegenomen. Het aantal kisten, dat jaarlijks sedert 1929 van Laan 34 uit verzonden werd, steeg van 110 tot 536 in 1935 (het jaar te voren 519). Aanvankelijk door de stichters bedoeld voor de verspreiding van leesstof in Zuid-Afrika, heeft het arbeidsveld zich geleidelijk over heel de wereld uitgebreid en, mede in afwijking van het oorspronkelijk plan, is in Nederland aan de bediening van zeemanshuizen, lichtschepen op de kust, en enkele Nederlandsche instellingen gedacht. De banden met onze landgenooten in den vreemde en de stamgenooten in Vlaanderen, Zuid-Afrika enz. werden aanmerkelijk versterkt door het zenden van Nederlandsche leesstof om in de geestelijke behoeften te voorzien. Niet alleen werd ontspanningslectuur gezonden, maar ook onderwijsboeken, kinderboeken en wetenschappelijke werken, waarmede de afdeeling zoo rijkelijk van alle zijden werd bedeeld, vonden hun weg naar de verst uiteenliggende streken.
Het Bureel voor Vlaanderen te Antwerpen, onder beheer van den heer K. Fossey, bleef op de meest bevredigende wijze zijn taak vervullen en verspreidde meer dan 7000 boeken en ruim 1000 jaargangen van tijdschriften, benevens ruim 26000 afleveringen van tijdschriften in 238 soorten over Vlaanderen.
De belangstelling in het Nederlandsche boek in Zuid-Afrika blijkt sterk toe te nemen, dankbaar worden de boekenzendingen ontvangen in alle deelen der Unie, zelfs in het mandaatgebied Zuidwest.
De ophaaldienst met eigen transportwagen te 's-Gravenhage breidt zich geleidelijk uit. Ook wij wekken de leden op, zich aan den Leider der afdeeling op te geven voor het doen afhalen van gelezen week- en maandbladen. Het nadeelig saldo van de afdeeling bedroeg 381,10 gld., welk bedrag het Hoofdbestuur bijpaste (vorig jaar 514,05 gld.). Hierbij is niet rekening gehouden met de jaarwedden van den leider der afd. Boekverspreiding, den knecht en het afstaan der lokalen voor kantoor en boekenopslag. De afdeeling heeft langzamerhand een plaats van groote beteekenis voor ons Verbond ingenomen.
Als vaste medewerkers der Afdeeling treden op: te Arnhem (Oosterbeek Hoog): A.J. Schreuder; te Breda: H.G.M. Mathol de Jongh, oud-gen. maj.; te De Bilt: Mevr. J.A.H. de Ridder-Jkvr. Valckenier von Geusau; te Dordrecht: C. van Son; te Groningen: Mej. H.M.M. Nijhoff; te Haarlem: Ir. P.N. Max; te Leiden: Mevr. de Wed. Dr. M. Kist-Bok; te Rotterdam: Mej. G.P. Hardenberg; te Utrecht: oud-Kol. J.J. Mac Kenzie; te Voorburg: F.M. Schoof; te Wageningen: Jhr. Ir. W. Laman Trip; te Wassenaar: Mevr. A. Bremer-Buekers; te Zutphen: Mej. A.A. Labrijn.
Voor bijzonderheden verwijzen wij naar het afzonderlijk uitgegeven jaarverslag.
| |
Stamboekerij en Stammuseum.
Onze voortdurend in beteekenis toenemende boekerij kan bogen op een zeer belangrijke verzameling van werken op velerlei gebied. Ook dit jaar werd zij wederom uitgebreid met een vrij groot aantal exemplaren, ten deele door aankoop, ten deele door schenkingen verkregen, waarvoor den gevers hier nogmaals dank wordt gebracht.
Het gebruik, dat het publiek van de boekerij maakt, neemt toe, echter niet in die mate, als zij verdient.
Waaraan is dit te wijten? Eensdeels aan onbekendheid met haar bijzondere
| |
| |
beteekenis, n.l. die van een boekerij, louter betrekking hebbende op alles wat de ‘Grootnederlandsche gedachte’ omvat; anderdeels aan de weinig geschikte gelegenheid tot lezen en studeeren, welke het gebouw in de Laan tot heden had aan te bieden.
In dit verslagjaar is er ernstig naar gestreefd om hierin verbetering te brengen. De boekerij is met een vertrek vergroot, dat behalve voor berging van boekwerken geheel ten dienste van het publiek zal worden ingericht.
Te zijner tijd zal bekend gemaakt worden, wanneer de nieuwe lokaliteit voor lezers toegankelijk zal worden gesteld.
Verder is het plan gevormd langs verschillende wegen grootere bekendheid aan de boekerij te geven.
Het komende jaar zal leeren in hoeverre het hoofdbestuur in zijn streven is geslaagd.
Reeds nu echter willen wij hier onzen hartelijken dank betuigen aan den heer A.P. Jansen, die, zonder eenige vergoeding, met groote toewijding de ordening der boekerij volvoert.
| |
Stammuseum.
Het Stammuseum werd, in den tot nu toe bestaanden vorm, opgeheven; de beschikbare ruimte in het reeds veel te kleine pand Laan 34 liet niet toe een uitstalling te verzorgen, die ook maar eenigermate op volledigheid aanspraak kon maken. Ook vroeg het materiaal in vele gevallen vernieuwing en uitbreiding.
In de thans vrijgekomen ruimte zullen op ongeregelde tijdstippen tijdelijke tentoonstellingen worden ingericht betreffende onderdeelen van den Verbondsarbeid, terwijl het ter beschikking gekomen materiaal ook voor tentoonstellingen in andere steden zal kunnen worden gebruikt.
| |
Lantaarnplaatjes- en Rolprentarchief.
Het lantaarnplaatjes-archief werd ook verder geleidelijk uitgebreid; er werd dit jaar voor Verbondsavonden, ook in het buitenland, meer gebruik van gemaakt dan in vorige jaren.
Het rolprentarchief kan niet meer als in alle opzichten bruikbaar worden beschouwd; veel rolprenten zijn verouderd en kunnen voor vertooning niet meer in aanmerking komen. Hoewel de film een der beste propaganda-middelen voor de Verbondsgedachte zou zijn, ontbreken de geldmiddelen te eenen male om ons rolprentbezit op de hoogte van den tijd te doen blijven.
Wel werd een aanvang gemaakt met het samenstellen van documentaire films (Zuiderzeewerken, bruggenbouw, enz.) uit Nederlandsche journaalfilms; o.a. werd daarbij dankbaar gebruik gemaakt van een groote zending journaalfilms, ons door Groep Ned.-Antillen aangeboden.
Een filmkamer werd daartoe op het hoofdkantoor ingericht.
Een 10-tal documentaire films werd samengesteld, waarvan reeds enkele in het buitenland werden vertoond.
* * *
En hiermede hebben wij het voornaamste uit de geschiedenis van het A.N.V. in 1935 in herinnering gebracht. Mogen de leden er de gevolgtrekking uit maken, dat zij, die gedurende dien jaarkring leiding gaven aan de Grootnederlandsche beweging, van het hoofdkantoor uit en elders, het hunne deden om het stambewustzijn levendig te houden en de saamhoorigheid van Afrikaners, Nederlanders en Vlamingen, ook voorzoover zij verspreid zijn over de wereld, te versterken.
De vereenigingsstrijdkrachten zijn ook in ons Verbond door de tijdsomstandigheden ingekrompen en zij beschikken over minder middelen dan vroeger; reden te meer voor de getrouwen om zich dubbel in te spannen. De strijd toch voor de verhooging der geestelijke, zedelijke en stoffelijke kracht van den Nederlandschen stam heeft nog niets van zijn doelmatigheid en aantrekkelijkheid verloren. En daarom doet het Hoofdbestuur bij de aanbieding van het jongste jaarverslag met vertrouwen een beroep op allen, die ons Verbond, dat ook in 1935 wederom zijn recht van bestaan in velerlei richting heeft bewezen, genegen zijn, om de leiding krachtig te steunen en het mede tot nieuwen groei en bloei te brengen.
|
|