naam verbonden aan Vermeers beroemd ‘Straatje’ en in 1929 aan Terborchs ‘Briefschrijfster’, waarvan de aankoopsommen alleen reeds een bezitter tot een vermogend man zouden stempelen. En thans nu hij zijn 70sten verjaardag in nog goede gezondheid mocht vieren, heeft hij zich opnieuw den dank der natie verworven door een meesterwerk van Gerard Dou en een zeer belangrijk buitentafereel van David Teniers, uit Münchens Pinacotheek afkomstig, aan Boymans te schenken en het Mauritshuis te verrijken met een zeldzame Jan Steen (oorspronkelijk deel uitmakend van de verzameling Six), een meesterlijk kabinetstukje van Frans van Mieris de oude en een prachtig zeegezicht van Jan van Cappelle.
En deze nieuwe daad van onbaatzuchtigen burgerzin, voor het minst van voorname altruïstische eerzucht, heeft Sir Henri bekroond door het Rijksmuseum te doen deelen in de verrassing met een Vischmarkt van Adriaen van Ostade en een der meesterwerken van Aert van der Neer, met de belofte van een latere schenking, die niet minder, eer meer dan 15 schilderijen zal omvatten, welke hij nu nog liever wat op zijn buitengoed in Engeland behoudt.
Wij hebben in de eerste week na het tentoonstellen der drie Haagsche aanwinsten eens een kijkje genomen in de benedenachterzaal van het Mauritshuis, de enorme belangstelling van landgenoot en vreemdeling voor deze juweeltjes der Nederlandsche schilderkunst kunnen waarnemen, de bewonderende blikken van velen gezien, de deskundige opmerkingen gehoord bij het aanschouwen der bewonderenswaardige miniatuurschildering, die Jan Steen in zijn Oesteretend vrouwtje, niet grooter dan een handpalm, voor de eeuwen vastlegde, zich onbewust dat hij een meesterwerk schiep, dat na eeuwen een vermogen zou vertegenwoordigen en een magneet voor de kunstwereld zou zijn.
Met dergelijke schenkingen worden ook kunstwerken, die in tijden van onverschilligheid voor de hoogste cultuurgoederen van een volk over de grenzen gingen, weer binnen de landpalen teruggebracht en ook om die reden is haar waarde niet licht te overschatten.
De heer Deterding heeft met zijn nationale daad een traditie voortgezet, want hij had voorgangers in mannen als Boymans, die zijn naam aan het Rotterdamsche schilderijenmuseum verbond, aan Düpper, aan het echtpaar Drucker, die het Rijksmuseum met een schitterende verzameling schilderijen uit de Haagsche en Gooische school begiftigde. Ook heeft de Londensche maecenas tijdgenooten en navolgers. Wij denken aan wijlen Dr. A.J. Domela Nieuwenhuis, den heer D.G. van Beuningen te Rotterdam en het echtpaar Koenigs te Haarlem, wier namen men onder menig belangwerk kunstwerk in Boymans kan lezen; aan de Van Heeks, die het Twentsch Museum te Enschede in het leven riepen, aan den heer Henri van Abbe, die Eindhoven pas een modern museum schonk.
Al deze kunstzinnige Nederlanders hebben beseft, dat openbaar bezit van eigen kunst voor een volk en zijn aanzien in de wereld zoo oneindig veel meer waard is dan persoonlijk eigendom en dat hun materieel bezit aldus werd omgezet in geestelijk kapitaal, dat rente op rente tot in het oneindige belooft op te leveren.
Moge hun voorbeeld anderen tot navolging prikkelen.
v.S.
Leden van het A.N.V. denkt aan de Junitentoonstelling in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Gij hebt tegen halven prijs toegang.