's-Gravenhage.
Op Vrijdag 28 Februari j.l. hield prof. dr. ir. Stan Leurs, voorzitter van den Vlaamschen Toeristenbond, in Pulchri Studio voor de Afdeeling een goed bezochte lezing over: Belforten en stadhuizen in Vlaanderen.
Spr. ving aan met terug te grijpen tot de Middeleeuwsche geschiedenis om aan te toonen, waarom die monumenten werden gesticht. Het Belfort met zijn weergang, kanteelen en kraagtorens vormde, als waardige tegenhanger van den burchttoren, het symbool van de militaire zelfstandigheid der steden in de 13de en 14de eeuw. Er stonden wachten op en er hing een klok in, welke diende om alarm te maken, wanneer de vijand van buiten of wel de stedelijke vijand, de brand, zich vertoonde. Aangezien de macht weldra in handen van de gilden kwam, is het begrijpelijk, dat het Belfort werd opgenomen in de hallen. Spr. lichtte dit toe met lantaarnplaatjes van de lakenhal te Yperen en andere gebouwen.
Na de rustpoos kwam spr. tot de stadhuizen uit de 15de en 16de eeuw. Zij werden gebouwd met het oogmerk om den stedelijken rijkdom naar buiten te toonen. Hier en daar vindt men nog als gevelversiering de weergang van de Belforten er in terug, o.a. bij het Schepenhuis te Mechelen. Tot besluit werd achtereenvolgens de bouwtrant der stadhuizen van Brugge, Oudenaerde, Leuven, Middelburg en Antwerpen door spr. ontleed, waarvan een aantal fraaie afbeeldingen werden vertoond, die ongetwijfeld bij vele aanwezigen den lust zullen hebben gewekt om die bouwwerken, op welke fiere uitingen van den Grootnederlandschen geest wij trotsch mogen zijn, in hun eigen omgeving te kunnen aanschouwen.