Vereenigingsleven in het Buitenland
Dikwijls kan men de klacht vernemen, dat er tusschen de Nederlanders in het buitenland zoo weinig samenhouding bestaat. Vooral in minder groote steden, waar het aantal Nederlanders of Nederlandsch-sprekenden te gering is, om de kosten van een eigen vereenigingslokaal te bestrijden, laat zich dat euvel dikwijls gevoelen. Ieder heeft zijn eigen belangen, heeft zich in den loop der jaren uit de inheemsche kringen vriendschappelijken omgang verschaft, of is door huwelijk met inheemsche families verrmaagschapt.
Een en ander kan licht oorzaak zijn, dat de voeling met de eigen landgenooten meer of minder verloren gaat en van een zuiver Nederlandsch vereenigingsleven weinig of geen sprake kan zijn.
In Stockholm hebben vele Nederlanders de behoefte gevoeld, om door geregelde samenkomsten elkander niet uit het oog te verliezen en daarom nemen zij eenmaal in de maand aan een eenvoudig gemeenschappelijk noenmaal deel, waarbij uitsluitend Nederlandsch wordt gesproken.
De flinke opkomst, waarbij onze Gezant, Barn van Nagell, de leden van het gezantschap en de consulaire ambtenaren, zelden ontbreken, bewijst, hoezeer deze samenkomsten op prijs worden gesteld.
Het spreekt vanzelf, dat ook Nederlanders, die toevallig ter plaatse vertoeven, hartelijk welkom zijn.
Moge deze mededeeling ertoe bijdragen, om ook op andere plaatsen de saamhoorigheid tusschen Nederlanders en Nederlandsch-sprekenden te onderhouden en te versterken.
Stockholm, Maart 1936.
J. RIPPE, Vert. Alg. Ned. Verbond.
Vraag ter verspreiding aan ons hoofdkantoor, Laan 34, 's-Gravenhage, een partij van het sluitzegel, dat hiernaast is afgebeeld.
Houtsnede van J. Franken Pzn.