Het Nederlandsch als diplomatieke taal.
In breeden kring heeft het in Vlaanderen voldoening gewekt, dat de Nederlandsche regeering eindelijk besloten heeft, voor het diplomatieke verkeer met België, van de Nederlandsche taal gebruik te maken. Vooral nu de Nederlandsche regeering ook met de Unie van Zuid-Afrika in het Nederlandsch correspondeert, was het logischerwijze niet langer mogelijk, zelfs niet om zoogenaamde ‘practische redenen’, aan het gebruik van de Fransche taal vast te houden. Het kon immers toch niet door den beugel, dat de 8 millioen Nederlandsche Staatsburgers en de 5 millioen Vlamingen, voor de 3 millioen Fransch- of Waalschsprekenden bleven onderdoen en dat Vlaamsche ambtenaren met Nederlandsche collega's nog langer gedwongen zouden zijn in een voor beiden vreemde taal brieven en nota's te wisselen.
Het besluit van de Nederlandsche regeering, dat zeker niet getroffen werd zonder dat eerst overleg was gepleegd met Brussel, stelt nu, gelukkig, een einde aan een allerdwaassten toestand, die reeds veel te lang heeft geduurd.
Hierbij mag zeker in herinnering worden gebracht, dat het gebruik van het Nederlandsch, als diplomatieke taal tusschen de Wetstraat en het Plein, steeds een der programmapunten van het A.N.V. is geweest. Lang vóór den oorlog werd reeds in dien zin geijverd en toen, na het herstel van den vrede, in 1919-1920, de verspreide leden van de groep Vlaanderen weer bij elkaar werden gebracht, was een der eerste zorgen van het bestuur dit punt ook weer aan de orde te stellen. Herhaaldelijk werden daarop betrekking hebbende verzoekschriften door de heeren Omer Wattez en Mr. W. Thelen, als voorzitters, steeds meet M.J. Liesenborghs als secretaris, aan de Belgische ministers van Buitenlandsche Zaken, Jaspar en Hijmans, overgemaakt, terwijl in het Noorden, door het Hoofdbestuur, in dezelfde richting, bij de Nederlandsche regeering stappen werden gedaan. Verscheidene Vlaamsche en Noordnederlandsche dagbladen namen het voor deze hervorming op en hielden de openbare meering wakker, terwijl mede door de zorgen van de groep Vlaanderen van het A.N.V., verscheidene, malen in het Parlement werd geinterpelleerd. Zonder haar invloed in dezen te willen overschatten. meent de groep Vlaanderen dan ook, dat zij toch in vrij ruime mate tot het ver krijgen van den thans bereikten uitslag heeft bijgedragen en het is zeker niet zonder voldoening, dat zij hierop, in dit maandblad, mag wijzen. Zij vertrouwt bovendien, dat de Belgische regeering, van haar kant, niet aarzelen zal het Nederlandsche voorbeeld te volgen en voortaan, voor hare betrekkingen met de Nederlandsche overheidspersonen, geen andere taal meer dan het gemeenschappelijke Nederlandsch zal gebruiken.