Neerlandia. Jaargang 38
(1934)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 174]
| |
De Kerstvlucht van de K.L.M. naar West-Indië.Toen wij in ons vorig nummer de Tentoonstelling in de Gothische zaal als het slot der herdenking Nederland-Curaçao 1634-1934 beschouwden, hielden wij geen rekening met de plannen der K.L.M., die ter eere van dit historisch feit de vleugels naar West-Indië wil uitslaan. Mooier slot van het nationale gedenkjaar is nauwelijks denkbaar. Het liefst had de K.L.M. tijdens de feesten in Juli een vlucht naar West-Indië doen ondernemen, doch zij stuitte op ernstige bezwaren, waarvan materieelgebrek wel het belangrijkste was. Immers voor de regelmatige uitvoering van den zomerdienst op het Europeesch luchtnet en op de Indië-lijn was vrijwel de geheele K.L.M.-vloot noodig en het zou alleen mogelijk geweest zijn een vliegtuig voor den overtocht naar Curaçao te bestemmen, indien de in aanbouw zijnde nieuwe vliegtuigen tijdig afgeleverd waren. Doch, zooals bekend, ontstond er vertraging bij de levering. De vlucht over den Oceaan naar West-Indië moest daarom uitgesteld worden tot December. Het wordt dus een Kerstvlucht in het jubileumjaar. Dit uitstel heeft het voordeel, dat men bij den overtocht op gunstiger weersomstandighedenLuchtweg van de Snip naar Paramaribo en Willemstad.
boven den Oceaan kan rekenen, terwijl de tijd voor vliegtechnische en commercieele voorbereiding veel ruimer geworden is. Aanvankelijk lag het in de bedoeling den 12.200 km. langen weg Amsterdam - Casablanca - Dakar - Naial - Paramaribo - Curaçao te volgen, met het Oceaan-traject Dakar - Natal van 3038 km. Doch sindsdien heeft de Air France vliegvelden ingericht op enkele der Kaap Verdische eilanden, n.l. op Santiago (nabij Porto Praja) en op Majo. De Arc-en-Ciel, bestuurd door Mermoz, heeft op zijn vluchten naar Zuid-Amerika geregeld tusschenlandingen op deze terreinen gemaakt. Dit heeft de K.L.M. ertoe gebracht, haar plannen te wijzigen en een nieuwen, korteren weg te kiezen, n.l. onmiddellijk van Porto Praja naar Paramaribo. De reis wordt daardoor 1760 km. korter en de oversteek over zee wordt weliswaar 3612 km., doch het vliegtuig zal voortdurend wind mee hebben, zoodat de overtocht niet veel langer zal duren dan tusschen Dakar en Natal. Hoewel Paramaribo niet over een eigenlijk vliegveld beschikt, is er op 45 km. ten Zuiden van de stad een uitgestrekte savannah, de z.g. Zanderij, welke door enkele, zeer weinig kostbare voorzieningen, tot een behoorlijk landingsterrein gemaakt zal worden. De verbinding met de stad is uitsluitend per trein. Curaçao bezit sinds eenige jaren een goed vliegveld, Hato, waarvan ook de Pan American Airways, toen deze Curaçao nog aandeden, geruimen tijd gebruik gemaakt hebben. Zooals bekend is, zal de vlucht ondernomen worden met een Fokker-vliegtuig van het type F 18, namelijk de Snip. Dit vliegtuig is in zooverre gewijzigd, dat de drie Wasp C motoren vervangen zijn door Wasp TIDI van 525 pk. ieder, voorzien van bestuurbare Hamilton luchtschroeven. De kruissnelheid wordt daardoor opgevoerd tot 215 km. per uur. Ten behoeve van deze vlucht over den Oceaan wordt de Snip voorzien van zes extra tanks. Zoodoende kan een boeveelheid van 4900 liter benzine worden meegevoerd en de werkingssfeer van het vliegtuig, welke bij een normale F 18 1700 km. is. wordt daardoor tot ongeveer 4600 km. vergroot. Het Oceaantraject is 3612 km., er is dus ter wille van de veiligheid een ruime speling. De bemanning van de Snip zal bestaan uit de heeren Hondong (gezagvoerder), Van Balkom (tweede bestuurder), Van der Molen (marconist) en Stolk (werktuigkundige). De heer Hondong, een zeer bekend gezagvoerder op de Indiëlijn, is reeds negen jaar in dienst der K.L.M. Het vliegtuig wordt uitgerust met een z.g. duplo radioinstallatie, waardoor het mogelijk is gelijktijdig op lange zoowel als korte golf te werken. Dit laatste is o.a. van zeer veel belang, met het oog op de radioverbinding | |
[pagina 175]
| |
De bemanning van de Snip.
met de stations van het Pan American Airways System, zoowel als met de Rijksradiostations te Paramaribo en Curaçao bij het aanvliegen van het Zuidamerikaansche grondgebied. Dank zij de medewerking van het Departement van Defensie zal een onderzeeboot van de Koninklijke Marine, de K XVIII, welke een wereldreis maakt met Prof. Vening Meinesz aan boord om onderzoekingen te doen naar de zwaartekracht in verschillende deelen van den Oceaan, gedurende de vlucht van de Snip halverwege de Kaap-Verdische Eilanden en Paramaribo gestationneerd worden. Dit is niet alleen van belang in verband met eventueele hulpverleening, doch het radio-peilstation van de K XVIII is eveneens een belangrijke hulp bij de navigatie van de SnipGa naar voetnoot1). Het vertrek uit Amsterdam zal den 15den of uiterlijk den 16den December, de start van de Kaap Verdische Eilanden eenige uren voor zonsondergang op den 19den of 20sten December plaats hebben. Er zal gelegenheid bestaan post met de Snip mee te geven, waarvoor de Nederlandsche Posterijen weer hun volle medewerking verleend hebben. De K.L.M. hoopt in staat te zijn nog vóór Kerstmis 1934 de post uit het moederland in het bezit te stellen van de geadresseerden in Suriname en Curaçao. De bedoeling der K.L.M. is, het vliegtuig na aankomst op Curaçao in te richten voor het normale vervoer van passagiers, post en goederen. Tot 1932 was Curaçao opgenomen in het uitgebreide net der Pan American Airways, waardoor verbindingen geschapen waren met Noord- en Zuid-Amerika en de voornaamste eilanden in de Caraibische zee. Het eerste werk der K.L.M. zal zijn, die verbindingen met het wijd vertakte net der P.A.A. te herstellen; door van Curaçao naar Cumarebo te vliegen zal deze verbinding reeds tot stand gebracht zijn. Voorts voorziet men, dat er behoefte zal blijken te bestaan aan een dienst, welke de verschillende Nederlandsche bezittingen onderling verbindt, in het bijzonder Curaçao met Aruba. Hoewel de economische factoren op het oogenblik voor een zeer voorspoedige ontwikkeling niet al te gunstig zijn, hoopt de K.L.M. toch, gezien de overal ter wereld te constateeren enorme vooruitgang van het luchtverkeer, dat binnen korten tijd een basis geschapen zal kunnen worden, waarop geleidelijk een W.I. afdeeling der maatschappij kan worden opgebouwd. Eigenlijk is het verwonderlijk, dat de K.L.M. niet eerder het luchtverkeer in West-Indië ter hand genomen heeft, want reeds in 1920 heeft zij met den gouverneur van Curaçao gecorrespondeerd over de stichting van een luchtverkeer in de West. Voorts herinnert iedere Nederlander zich de onvermoeide pogingen van wijlen den vlieger Van Onlangs, die in 1927 heeft getracht de noodige fondsen bijeen te brengen om een vlucht naar Curaçao te ondernemen. In den winter van 1930-'31, toen het zich liet aanzien, dat niet alleen de P.A.A., doch ook andere maatschappijen Curaçao in haar luchtnet zouden opnemen, is een commissie daarheen gezonden om onder meer te onderzoeken, welke kansen een Nederlandsch luchtverkeer in die streken bezitten zou. Ze bestond uit de heeren Dellaert, havenmeester van Schiphol en De Vries, chef der afd. Buitenland van de K.L.M., die een uitvoerig rapport uitbrachten, waarvan de K.L.M. bij de voorbereiding van deze jubileumvlucht en voor haar verdere plannen uiteraard een grondig gebruik heeft gemaakt. Dat de K.L.M. de zaak tijdelijk heeft laten rusten, is niet uit gebrek aan belangstelling geweest, doch slechts omdat de ontwikkeling van de Indiëlijn en de vlucht van het luchtverkeer in Europa en ook binnen Nederland al de aandacht van de leiding der K.L.M. opeischte en de ter beschikking stelling van materieel en personeel voor West-Indië niet eerder mogelijk was. Onze beste wenschen voor het welslagen der nieuwe onderneming. Inzending van de K.L.M. op de Curaçao-tentoonstelling. Op de langwerpige kaart die de kust van Venezuela afbeeldt zijn de lijnen aangegeven die de K.L.M. zich voorstelt te exploiteeren: Maracaibo-Oranjestad-Willemstad-Cumarebo.
|
|