Nederlandsche Ruiters in Weenen.
In de week van 7 tot 13 October 1934 heeft een groote Internationale Paardensportwedstrijd plaats gehad; ook eenige Nederlandsche ruiterofficieren hebben daaraan meegewerkt en daarbij prijzen behaald.
Het is een merkwaardig feit, dat onze ruiterofficieren, niettegenstaande de bereden wapens, vooral de Cavalerie, op gevoelige wijze zijn ingekrompen, hun uitstekenden naam op het gebied der rijsport blijven handhaven.
Als het ware tegen de verdrukking in groeit de bekwaamheid van onze Nederlandsche ruiters, hetgeen op de groote buitenlandsche wedstrijden tot uiting komt.
Bij de Olympische Spelen te Parijs 1924 behaalden Nederlandsche ruiterofficieren Olympische kampioenschappen. Op de Olympische Spelen te Amsterdam in 1928 gingen wederom Nederlandsche kleuren vooraan.
Daarna hebben zij met zeer goeden uitslag deelgenomen aan de Olympische Spelen te Los Angeles in 1932. Voor den oorlog hebben Nederlandsche officieren deelgenomen aan een wedstrijd in New York. Tusschentijds namen Nederlandsche officieren deel aan internationale wedstrijden, o.a. in Nice, in Aken, Berlijn, Hannover, Dusseldorf en onlangs weer in Weenen.
We noemen met eere de namen van de heeren Labouchère, Pahud de Mortanges, Van der Voort van Zijp, Jhr. Van Lennep, De Kruyff, Schummelketel en Portheine.
Thans in Weenen waren het de luitenants Van Lennep en Greter, die prijzen behaalden en daarmee de Nederlandsche kleuren hoog hielden.
De luitenant Greter muntte uit in een nummer hoogbreed- en hoogspringen. Hij deelde met een Fransch officier den eersten prijs door met Trixie alle zware hindernissen zonder fouten te nemen.
In den prijs van Schönnbrunn, een twee-paarden-jachtspringen, werd de luitenant Greter no. 3 met Ernica en
Jhr. Van Lennep en zijn paard te Weenen.