Neerlandia. Jaargang 38
(1934)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMededeelingen | |
Herman H. ter Meer †De vorige maand ontvingen wij het droevig bericht, dat longontsteking een einde gemaakt had aan het werkzame leven van onzen vertegenwoordiger te Leipzig, Herman H. ter Meer, die zich vooral in Duitschland een grooten naam had verworven als dermoplastiker d.i. dierenopzetter. Men aarzelde niet hem een kunstenaar te noemen, die het beeldend vermogen van zijn grootvader, die verbonden was aan 't natuurhistorisch Museum te Leiden, in den vreemde op voortreffelijke wijze had voortgeplant. Ter Meer werkte veel voor Musea en Diergaarden en hield op zijn gebied den naam der Nederlandsche beeldende kunst hoog. Hoewel genaturaliseerd Duitscher bleef hij trouw aan stam en taal. Nu hij op 63-jarigen leeftijd werd weggenomen, lijdt het A.N.V. mede een gevoelig verlies. | |
Dr. Hendrik Muller.Dr. H.P.N. Muller heeft de vorige maand onder vele blijken van belangstelling, zijn 75sten verjaardag gevierd en het A.N.V. heeft niet nagelaten, mocht niet nalaten, hem geluk te wenschen met dezen heuglijken dag, want meermalen liet hij zich niet onbetuigd als een beroep op hem werd gedaan om onze beweging krachtig te steunen. En zijn medewerking dagteekent reeds van de jeugdjaren van ons Verbond, gaat terug tot de dagen, toen Dr. Kiewiet de Jonge te Dordrecht 't Perskantoor stichtte o.m. ten bate eener juiste berichtgeving gedurende den Boerenoorlog, toen Dr. Hendrik Muller consul-generaal en buitengewoon gezant van den Oranje-Vrijstaat was. Nooit heeft hij opgehouden voor de belangen van de Afrikaners op te komen en aan hem is het in hoofdzaak te danken, dat in den zomer van 1922 te Deventer een standbeeld van President Steyn verrees, dat Dr. Muller zelf mocht onthullen. In 1931 verleende de senaat der Univeristeit van Zuid-Afrika hem een eere-doctoraat. Dr. Muller heeft veel gereisd en zijn aldus opgedane ervaringen teboekgesteld; ook diende hij op een leeftijd, dat anderen aan rust gaan denken zijn geboorteland als gezant te Boekarest en Praag. Neerlandia mocht meermalen een bijdrage van zijn hand ontvangen en wenscht den krassen grijsaard nog vele jaren ook in het belang van het hem zoo dierbare Zuid-Afrika. | |
Waardeering.De Nasionale Vrouwenmonumentkommissie heeft den heer Fred. Oudschans Dentz voor zijn bemoeiïngen inzake de aanwinsten van het Oorlogsmuseum te Bloemfontein een fraaie oorkonde doen toekomen, onderteekend door alle leden. | |
[pagina 76]
| |
24 April Nationale Herdenkingsdag.Op verzoek van het bestuur van Groep Nederland heeft Prof. W. Nolet op den geboortedag van Prins Willem van Oranje - 24 April j.l. - voor den Katholieken Radio Omroep een rede gehouden over ‘de beteekenis van Willem van Oranje voor het Nederlandsche Volk’. Mr. A.B. Cohen Stuart heeft namens het bestuur der Afd. 's-Gravenhage op dien dag een krans gelegd bij het standbeeld van den Vader des Vaderlands op het Plein te 's-Gravenhage, in tegenwoordigheid van de Hoofdbestuursleden P.J. de Kanter, J.N. Pattist, K.E. Oudendijk en J.W. Roessingh van Iterson. Onze afd. Utrecht hield een herdenkingsbijeenkomst, waarin het woord hebben gevoerd de burgemeester Mr. Dr. G.A.W. ter Pelkwyk en Dr. R. van Roosbroeck uit Antwerpen. | |
Nederland-Curaçao 1634-1934.De Commissie ‘Nederland - Curaçao 1634-1934’ deelt ons mede dat ten gevolge van den rouw der Koninklijke Familie, de plechtige herdenking in de Ridderzaal te 's-Gravenhage uitgesteld is tot 2 Juni en de tentoonstelling tot October. Dit lange uitstel is noodig doordat een andere tentoonstelling, welke aan de Curaçao-tentoonstelling voorafgaat, in dezelfde zalen van het paleis Kneuterdijk, met het oog op den Hofrouw, voor geruimen tijd verschoven is. Aan inzenders voor de Curaçao-tentoonstelling, die reeds tentoonstellingsmateriaal inzonden, wordt het gezondene vrachtvrij terugbezorgd, zoo zij daartoe den wensch te kennen geven. Intusschen is de Commissie gaarne bereid om het gezondene onder haar verantwoordelijkheid te bewaren in het kantoorgebouw van het Algemeen Nederlandsch Verbond voor zoover noodig in een kluis, en stelt er verder prijs op ook nu reeds nieuwe inzendingen te ontvangen, teneinde zoo spoedig mogelijk een overzicht over het beschikbare materiaal te kunnen verkrijgen. Tot het Eerecomité voor de Curaçao-herdenking zijn nog toegetreden: vice-adm. C.J.E. Brutel de la Rivière, commandant der Marine te Willemsoord, Den Helder; vice-adm. J. de Graaff, chef van den Marinestaf, 's-Gravenhage; gen.-maj. I.H. Reynders, chef van den Generalen Staf, 's-Gravenhage; luit.-gen. Jhr. W. Röell, commandant van het Veldleger, 's-Gravenhage. | |
Belangrijke aanwinst voor ons Stammuseum.Het Stammuseum van het Verbond bezit een door L. de Boer ontworpen geteekende Wereldkaart in zeer groot formaat, waarop de ontdekkingsreizen van Nederlanders in het verleden en alle Nederlandsche vestigingen zijn aangegeven. Daar deze kaart verbetering, aanvulling en vernieuwing behoefde, overwoog het Hoofdbestuur reeds geruimen tijd plannen daartoe. Tot onze niet geringe verrassing ontvingen wij dezer dagen een nieuwe kaart, in bladen, ten geschenke van den heer J. Posthumus Meyes, oud-zeeofficier, door hem eigenhandig geteekend. Ook langs dezen weg wenscht het Hoofdbestuur nog eens zijn groote erkentelijkheid en waardeering te uiten voor dit voortreffelijk geschenk, waaraan een lange en diepgaande studie ten grondslag ligt. Thans wordt de mogelijkheid overwogen deze kaart, in bladen gedrukt, in den handel te brengen. | |
Hulp voor Nederl. Cursussen in Duitschland.In het nummer van December 1933 namen we een adres op van het hoofdbestuur aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, houdende het verzoek, er bij den Minister van Buitenlandsche Zaken op aan te dringen, op de ontwerpbegroting voor 1934 alsnog een som uit te trekken van 4000 gld. voor de Nederlandsche cursussen in Pruisen. In het aan de Kamer ingediende ontwerp was n1. niet opgenomen de sedert eenige jaren voor die cursussen toegestane som van 6078 gld. De staat der rijksfinanciën let niet toe, dat de Minister aan dat verzoek voldeed. Het Nationaal Comité tot steun van den Nederlandschen Bond in Duitschland is nu, in overleg met de organisatie ‘Vaderland’ (Confessioneele Protestantsche Vereenigingen in DuitschlandGa naar voetnoot1) op het denkbeeld gekomen, de Nederlandsche schooljeugd in de zaak te betrekken. Zij richtten een oproep aan de hoofden der lagere scholen in Nederland om goed te vinden, dat de leerlingen een kleine bijdrage geven (voor éénmaal één dubbeltje, of een kleinere gave) voor de instandhouding van de cursussen in Pruisen, waar hun Nederlandsche makkers, wier ouders daar wonen, Nederl. ouderwijs krijgen. Het hoofdbestuur kan niet anders dan dezen oproep warm aanbevelen. Wanneer de onderwijzers aan de kinderen uitleggen, dat hun een klein offer gevraagd wordt om hun leeftijdgenooten, wier vaders naar Duitschland gingen om daar werk te vinden, in staat te stellen hun moedertaal te blijven spreken, lezen en schrijven, dan zullen al die kleintjes misschien zoo'n groote maken, dat de Nederlandsche cursussen ook in deze moeilijke tijden kunnen worden voortgezet. Ten slotte vermelden wij nog, dat het dag. bestuur van bovengenoemd nationaal comité bestaat uit de heeren Jhr. E.J.M. Wittert, oud-Lt. Generaal, adjudant van H.M. de Koningin, voorzitter; L. Graaf van Limburg Stirum, secretaris; P.D. Schuller tot Peursum, penningmeester, en dat bijdragen kunnen worden overgemaakt aan het adres: Nebid, postrekening 210510, kantoor 's-Gravenhage. |
|