Geschiedkundige Atlas van Nederland.
WEST-INDIë, door F. Oudschans Dentz en W.R. Menkman. 3 krtn. (‘De Koloniën’. Bladen 13, 14, 15) en tekst (68 blz.), Den Haag. M. Nijhoff. 1933.
Van den bekenden Geschiedkundigen Atlas van Nederland, welke door de firma Nijhoff wordt uitgegeven en bij de firma Smulders is gedrukt, geeft blad 13 der ‘De Koloniën’ behandelende kaarten een overzichtskaart van het gedeelte van West-Indië, waarop de huidige en de vroegere Nederlandsche gebiedsdeelen zijn aangegeven op een schaal 1:10.000.000. (Verkeerdelijk staat 1:2.000.000 aangegeven!), een kaart van Suriname (1:2.000.000) een plattegrond van Paramaribo (1:50.000), een kaantje van Tobago (1:475.000) en een historische kaart, door P.M. Netscher in 1887 samengesteld, van Essequebo, Demerara en Berbice.
Blad 14 bevat de kaart van het huidige Britsch-Guyana, van Curaçao (1:300.000); en met twee historische kaarten van dit eiland (1630 en 1779), van Bonaire (1:300.000), Aruba (1:300.000), St. Maarten (1:300.000), St. Eustatius (1:80.000) en Saba (1:300.000). Eindelijk geeft blad 15 de kaart van Willemstad en het Schottegat met de omgeving (1:20.000) en een klein kaartje van de St. Annabaai met het kasteel in 1779.
Het is jammer, dat van Suriname geen eigenlijke historische kaart is opgenomen, zooals men in een atlas als deze zou mogen verwachten. Zoo gaarne hadden wij hier eens een vergelijking gemaakt van de kustzone met de vele plantages in vroeger tijd, met den toestand van nu. Ook een kaartje met de routes van de verschillende Surinaamsche expedities in de twintigste eeuw zou zeker op zijn plaats zijn geweest. Wij vermoeden echter, dat voor een en ander geen ruimte beschikbaar was, te oordeelen althans naar den omvang van den bij de kaarten behoorenden, verklarenden tekst van den heer Oudschans Dentz. Echter ook dezen, overigens aangenaam en onderhoudend geschreven, tekst, hadden wij gaarne uitvoeriger gezien. (Suriname 4½ blz.; Br. Guyana 5 blz.). Voor uitvoeriger gegevens wordt thans verwezen naar de Encyclopaedie van Ned. West-Indië. Ten aanzien van de ‘betwiste gebieden’ in het Z.W. en het Z.O. van Suriname, had schrijver nog kunnen verwijzen naar een voordracht van Dr. J.W. IJzerman, (Tijdschr. Kon. Ned. Aardr. Genootschap 1925, blz. 324; zie ook 1927 blz. 167).
Waarom spreekt de tekst van de Itanie-rivier en de kaart van de Litanie-rivier? De tekst van Coerini-rivier en de kaart van Coeroeni-rivier? Op hetzelfde kaartblad komt zoowel Essequebo als Essequibo en zoowel Corentijn als Corantijn voor! ‘Britsen Guyana’ is, wat de historische verklaring van de op de kaart voorkomende namen betreft, uitvoeriger dan ‘Suriname’.
Nog meer historisch-geografisch is de tekst van den heer Menkman bij de kaarten van Curaçao en van de overige West-Indische eilanden. Van vele geografische namen wordt hier een verklaring gegeven. Hij behandelt daarbij ook de eilanden Tobago (Br.), St. Thomas, St. Croix, St. John (vroeger Deensch, thans Ver. St.) en Tortola (Br.), in de koloniale geschiedenis waarvan de Nederlanders een meer of minder beteekenende rol hebben gespeeld.
W.E.B.