Dordrecht.
Deze afdeeling had het voorrecht Dr. H.D. van Broekhuizen, de gezant der Unie van Zuid-Afrika 12 Januari in zijn midden te zien. In een gloedvolle, geestige voordracht gaf de welsprekende Afrikaner de talrijke aanwezigen een helder inzicht in de rassenverhouding van 't land en den strijd, die de Afrikaners voor het behoud van hun taal en volkskarakter hebben moeten voeren. En wat sedert den Vrede van Vereeniging in 1902 is bereikt, stemt hoopvol voor de toekomst, vooral nu er neiging is onder de blanke rassen der bevolking tot samenwerking, een eisch van zelfbehoud tegenover de naturellen.
Na de rust werden een vijftal rolprenten vertoond, die den toeschouwers in beeld brachten, wat in ‘Die Stem van Suid-Afrika’, door den Gezant tot slot van zijn rede voorgedragen, had weerklonken:
Uit die blou van onse hemel, uit die diepte van ons see,
Oor ons ewige gebergtes, waar die kranse antwoord gee,
Deur ons ver, verlate vlaktes met die kreun van ossewa
Ruis die stem van ons geliefde, van ons land, Suid-Afrika.
Dr. Van Broekhuizen ontving als geschenk van de Afdeeling het prachtwerk van Dordrechts archivaris over de Groote Kerk der stad, die bij hem herinneringen opriep aan de Dordtsche Synode en.... zijn eigen optreden in 1902, toen hij de Dordtenaars van den kansel sprak over het lijden en strijden van zijn volk, voor de leniging waarvan onder leiding van