De Vlaamsche Studenten en ons ‘algemeen beschaafd’.
Te Leuven, waar met de oprichting van Nederlandsche colleges, naast de bestaande Fransche cursussen, voortgang wordt gemaakt, spraken de rector, Mgr. Ladeuze, bij de opening van het Academisch jaar 1933-1934, in het Fransch en de vice-rector, Mgr. Cruysberghs, in het Nederlandsch. Deze laatste spoorde de Vlaamsche studenten aan tot het wegwerken van het gebrek aan voornaamheid in taal en houding, dat velen onder hen nog kenmerkt. De studenten moeten leeren het algemeen beschaafd Nederlandsch vloeiend en ongedwongen te spreken, zonder gezochtheid of pedantisme. ‘Bij een eenigszins merkbaren vooruitgang op dit gebied, aldus Mgr. Cruysberghs, zullen wij binnen en buiten het land - en niet het minst in het Noorden, in Nederland - de waardeering vinden die wij thans, gedeeltelijk ten minste, door onze eigen slordigheid nog verbeuren’.