Neerlandia. Jaargang 37

Een band tusschen Vlaanderen en Zuid-Afrika.

Voor de eerste maal sedert den oorlog, heeft aan de vernederlandschte Rijksuniversiteit te Gent een Zuidafrikaansch student, G.S. Nienaber, een in het Afrikaansch geschreven proefschrift verdedigd. De heer Nienaber, afkomstig uit Oranje-Vrijstaat, was in Grootnederlandsche kringen reeds bekend door zijn werk: ‘Honderd jaar Hollands in Natal’ (tot 1928) dat, twee jaar geleden, bij de firma J.H. de Bussy, te Pretoria verscheen. Het proefschrift luidde: ‘Afrikaanse studies insonderheid oer enige middele om versterking uit te druk’. Na verdediging van het proefschrift tegen de bezwaren van de commissarissen, Prof. Blancquaert, promotor, Prof. Van Langenhove en Prof. De Keyser, heeft de faculteit, mede op gezag van haar deken, Prof. Dr. R. Foncke, Drs. G.S. Nienaber uitgeroepen tot doctor in de wijsbegeerte en letteren. Dr. Nienaber is student geweest bij Prof. Dr. G. Besselaar, onlangs benoemd tot bijzonder hoogleeraar in de Afrikaansche taalen letterkunde aan de Universiteit te Amsterdam. Deze verdienstelijke geleerde is zelf een oud-student van de Rijksuniversiteit te Gent, waar de filologenschool van Prof. Fredericq, Prof. J. Vefcoullie, Prol. Logeman, Prof. Bley en Prof. De Vreese vroeger reeds menig Afri-

[p. 162]

kaansch filoloog vormde. Het feit, dat Dr. Nienaber de oude traditie weer heeft hersteld en dit aan de Vlaamsche Universiteit te Gent mocht doen met een geheel in het Afrikaansch gesteld proefschrift, verdiende ongetwijfeld in ons maandblad te worden vermeld.