doelde, zijn idealen een goed georganiseerde verbreiding te verzekeren. Wat er van die kerk, na het heengaan van den profeet, worden zal, we kunnen daarover twijfelmoedig blij zijn. Maar dat is nu niet aan de orde. We hebben het over Vogels kunst zelf, die hij heeft uitgedragen in de steden en dorpen van Nederland, op tournées in België, Frankrijk, Engeland, Zwitserland, Oostenrijk, Roemenië, Nederlandsch-Indië, China, Japan, Amerika, Suriname.
Daar heeft hij 't woord, natuurlijk in verre-, verreweg de meeste gevallen het Nederlandsche woord, laten klinken in zuiverheid en kracht. Het was niet alles oorspronkelijk Nederlandsch werk, en dat was juist gezien. Hij wilde de schoonheid van de menschelijke verbeelding brengen, en het is natuurlijk niet: te verontschuldigen, maar te lóven, dat Sophokles, Shakespeare, Dante, Heine een voorname plaats op zijn programma's hebben ingenomen, zooals ze een voorname plaats innemen in het Pantheon der menschheid. Maar al zijn we heel dankbaar, dat het een Nederlander was, die de grootste kunst der menschheid overal over de wereld bracht, die ook zóó den Nederlandschen geest deed waardeeren, op deze plaats herdenken we toch met de mééste voldoening het vele, dat hij deed voor de oorspronkelijk Nederlandsche kunst, de oude en de nieuwe. En als voordrachtkunstenaar, èn als leermeester. Vondel, Huygens, Bilderdijk, Multatuli, Van Deyssel.... Veel van die ‘schoollectuur’ heeft hij tot leven gewekt, er een levende kracht van gemaakt, door zijn bezieling voortgestuwd in ons hart. Hegenscheidt, Hendrik van der Wal, Carry van Bruggen, Johan de Meester heeft hij, uit liefde voor hun werk, dat hij mooi vond, grooter bekendheid helpen geven; daarbij zich niet afvragend, of hij wel precies bij het groote publiek daarmee in 't gevlij kwam.... Voor zijn buitenlandsche tournées koos hij vooral de klassieken; wat niet de methode is om een ‘breed succes’ te behalen; maar wel om het geijkt-beste van den Nederlandschen taalschat te brengen. Zoo droeg hij ook Lucifer in 't Engelsch voor - in de vertaling van Van Noppen - en in 't Duitsch; - in die van Maria von Seydewitz. Dat waren moedige, groote daden, zoo onze kunst uit te dragen over de aarde.
Als voordrager èn leermeester, zei ik. De laatste vijftien jaren heeft hij als docent - aan de Hoogere Krijgsschool, aan de Universiteiten te Groningen en te Leiden, en in vele particuliere lessen - in kleiner lokalen dus, fijner de nuanceeringen aangewezen in het werk onzer dichters, de waarde van onze woordvoerders dieper doen voelen en begrijpen.
Vogels geest had velerlei vaardigheden. Hij heeft tooneel gespeeld, hij heeft eenige boeken over zijn kunst geschreven, hij heeft niet slechts de artistieke voordracht, maar ook, in 't algemeen de vaderlandsche welsprekendheid - hoezeer heeft die het noodig!- in les en voorbeeld bevorderd. Hij toonde zich organisator en leider in de Maatschappij van Woordkunst, in den Haagschen Kunstkring. Hij was een stoere figuur, die veel werk aan kon, en veel werken wilde.
‘Elk rechtgeaard Nederlander heeft den plicht, zijn beste krachten te geven aan de ontwikkeling en den bloei der Nederlandsche cultuur en deze cultuur, waar het hem mogelijk is, overal in den vreemde te verbreiden en te doen eerbiedigen’. Dat zette zijn hand als motto boven het programma bij zijn Zilveren Jubileum. Het was meer dan een leuze, het was een belijdenis. En hij heeft naar deze belijdenis geleefd.
Dit getuigenis brengt hem het Nederlandsche volk na zijn dood, bij de vele onderscheidingen, welke hem bij zijn leven te beurt vielen. Het is niet het minste onder al die blinkende eereteekenen!
JAN WALCH