Neerlandia. Jaargang 37
(1933)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMededeelingenBij gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van den Nederlandschen Journalistenkring op 14 Oetcbor j.l., bood de Algemeene Secretaris de gelukwenschen van het Verbond aan, onder dankbetuiging voor de medewerking en den steun, welken het Verbond steeds van de pers mocht ondervinden.
Het Hoofdbestuur besloot de helft der kosten op zich te nemen voor de uitgave van het proefschrift van een Zuidafrikaansch Student te Amsterdam. | |
Groep N.-I.In de plaats van den heer C.C.F.M. le Roux is als penningmeester van de Groep Ned.-Indië benoemd de heer J.M. le Grand, directeur der Kon. Paketvaart Mij., Koningsplein Oost 5, Batavia. De heer Le Roux blijft secretaris. | |
Op zijn post.In The Herald van 22 Juli, een blad dat in Melbourne verschijnt is een artikel opgenomen getiteld: 60 Million Neighbors in the North, geschreven door Charles Morrell, secretaris van de Britsche Kamer van Koophandel te Batavia, die op bezoek in Australië is en tal van jaren in Ned.-Indië heeft gewoond. Zijn doel is belangstelling te wekken voor ons koloniaal rijk aan de andere zijde van den evenaar en als zoodanig verdient deze poging toejuiching.. Echter ontsiert het volgende het overigens goed geschreven stuk: ‘And there is no racial problem-though there are, indeed, many half-castes resulting from racial mixing. The half castes indeed, are splendlid folk-excellent citizens, and many holding responsible posts. | |
[pagina 154]
| |
And while the European, his job done, may retire and leave the Indies, the half caste stays on and carries on. The Indies are his home’. Tegen de uitdrukking ‘half caste’ komt onze vertegenwoordiger te Melbourne, de heer W.K.A. Burghardt op in een brief aan genoemd blad, dat een dagelijksche verkoop van 176.928 exemplaren geniet. Hij wijst er op, dat men in Ned.-Indië van Indo-Europeanen spreekt, van wie 75 pCt. verantwoordelijke betrekkingen in ons groot eilandenrijk vervullen, van wie duizenden een universitaire opleiding hebben genoten en de Nederlandsche taal vloeiend beheerschen. Wanneer Australië zijn goede voortbrengselen bekend maakt en toeristen naar het schoone land lokt, is een uitdrukking als de gewraakte, schrijft de heer Burghardt, taktloos en beleedigend voor onze landgenooten in Ned.-Indië, menschen, die een goede opvoeding hebben genoten en met innemende manieren. Hij daagt den secretaris van de Britsche Kamer van Koophandel uit in Batavia in een openbare vergadering het woord ‘half caste’ te herhalen. Het gevolg zou verrassend zijn! | |
Het laatste bolwerk gevallen.In den strijd tusschen het Nederlandsch en het Afrikaansch heeft het laatste volkomen overwonnen. Dezen zomer toch (voor Z.-Afr. winter) heeft de Hoogere Oosteindschool te Pretoria, de eenige onderwijsinrichting, waar het Nederlandsch nog als voertaal stand hield, haar deuren wegens gebrek aan een voldoend getal leerlingen gesloten. De tijd van Krüger en Steyn, van Dr. Leyds en Dr. Mansvelt, toen het Hoog-Hollandsch de ambtelijke taal in Zuid-Afrika was, is voorgoed voorbij. Het heeft zijn taak in den ontwikkelingsgang der Afrikaners volbracht, maar zal als derde landstaal nog veel kunnen bijdragen tot verheffing van het Afrikaansch. Die nieuwe taak hopen we binnenkort in een hoofdartikel te schetsen. | |
Afskeep-Afrikaans.Zoo noemt een Oranje-Vrijstater in een ingezonden stukje, geplaatst in ‘De Volkstem’, het berichte dat Johannesburg uitzaaide (radiografisch omriep): ‘'n Spoorweg-engine het 'n kollisee gehad met 'n goederetrein en daar is heelwat skade gedoen aan die rollende stock.’ Men ziet, ook in ons Afrikaansch stamgebied heeft men te strijden tegen taalverwaarloozing door het klakkeloos gebruik van vreemde woorden. | |
H. ter Meer.In Welt im Bild troffen wij een met mooie afbeeldingen verlucht artikel aan over den dermoplastiker (dierenopzetter) H. ter Meer, reeds vele jaren verbonden aan het Zoölogisch Museum te Leipzig. Zijn beeldende kunst wordt zeer geroemd. De heer Ter Meer is een der oudste leden van het A.N.V. en hoewel hij reeds een halven menschenleeftijd in Duitschland zijn kunst beoefent, is hij met hart en ziel Nederlander gebleven. De omgangstaal in zijn gezin bleef het Nederlandsch. | |
Uitnemende plannen.Van bevriende hand ontvingen wij een afdruk van het rondschrijven, dat het ‘Comité tot Herdenking van het 35-jarig Regeeringsjubileum van H.M. de Koningin’ te Batavia zond aan den Directeur van Onderwijs, Eeredienst en Nijverheid, den Burgemeester en de besturen van de particuliere scholen. Het Comité zegt daarin, dat naar zijn inzien de tijdsomstandigheden er niet naar zijn om zoo kort na de Willem-de-Zwijger-herdenking omvangrijke feestelijkheden in te richten, maar dat toch het Jubileum van de Koningin niet ongemerkt mag voorbij gaan. Het Comité is op het denkbeeld gekomen om dezen nationalen feestdag te maken tot een dag van feestelijke herdenking voor de jeugd, en dat wel door dien dag de leerlingen vrij te stellen van de gewone lessen, en van alle huis- en strafwerk, maar hen toch wel in de school te laten samenkomen. De school zou dan versierd kunnen worden en één der leeraren of onderwijzers voor de leerlingen een historisch overzicht kunnen geven van de bestuursperiode van H.M. de Koningin. Daarna zouden de leerlingen nog eenigen tijd kunnen worden bezig gehouden met het zingen van liederen, het doen van spelletjes, enz. Het Comité stelde voor als herdenkingsdag den 9den September te kiezen, denzelfden dag van de groote huldiging te Amsterdam.
Het denkbeeld schijnt in goede aarde te zijn gevallen, en wij zien met belangstelling uit naar de berichten over deze plannen. Het bovengenoemde Comité heeft in beginsel besloten, een blijvende vereeniging op te richten tot viering van Nationale feest- en gedenkdagen. | |
Prijsvraag Propaganda Vlugschrift.De beoordeelingsraad maakt bekend dat één antwoord binnen kwam, hetwelk echter niet in aanmerking kon komen voor den uitgeloofden prijs of voor bekendmaking. De inzending van antwoorden blijft opengesteld tot 31 December 1933. De beoordeelingsraad: Mr. H.v. HAERINGEN. JOH. VORRINK. D. ROESSINGH v. ITERSON. |
|