Neerlandia. Jaargang 37

Adres.

Aan den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, te 's-Gravenhage, heeft het Hoofdbestuur 30 Aug. j.l. den volgenden brief gezonden:

Excellentie,

Den 17den December 1930 richtte het hoofdbestuur van het Algemeen Nederlandsch Verbond een verzoekschrift tot Uw ambtsvoorganger, waarin het in overweging gaf:

1.	dat de Regeering een vaste commissie zal instellen, die voortdurend haar aandacht aan het spellingvraagstuk wijdt, en telkens, wanneer zij den tijd rijp acht voor verandering in de spelling De Vries en Te Winkel in de richting van vereenvoudiging, de vereischte regels daarvoor vaststelt en aan de Regeering in overweging geeft, die voor te schrijven;
2.	dat de Regeering die veranderingen zal voorschrijven voor de rijksscholen en staatsexamens, alsmede voor geschriften, van de overheid uitgaande.

Wij mochten op dat adres, waarvan wij Uw Excellentie hiernevens een afschrift aanbieden, geen antwoord ontvangen.

Wij veroorlooven ons daarom dat verzoek onder de aandacht van Uw Excellentie te brengen, daar de stelselloosheid in de spelling van het Nederlandsch nog steeds voortduurt en het noodlottig gevolg daarvan: het verwaarloozen der spelregels, ook van die, waaraan niemand wenscht te tornen, zich in steeds wijder kring verbreidt.

Bij de hernieuwde overweging van hetgeen gedaan zou kunnen worden om de eenheid in de spelling te herstellen, treft ons wei zeer het bezwaar, dat een eenmaal wenschelijk geachte wijziging zoo moeilijk en zoo langzaam ingang vindt. Het gebruik van een nieuwe spelling toch moet tot het volk doordringen, door-

[p. 139]

dien die op de scholen geleerd wordt, en de Regeering kan dat alleen voorschrijven voor de rijkskweekscholen; voor de andere, openbare en bijzondere scholen, berust de bevoegdheid daartoe onderscheidenlijk bij de gemeentebesturen en de schoolbesturen.

Eenheid te brengen in de spelling nu is, naar ons oordeel, een zaak van zóó groot nationaal en maatschappelijk belang, dat het overweging verdient, de wet op het lager onderwijs zoodanig te wijzigen, dat wat de te gebruiken spelling betreft de Regeering bevoegd is voor alle openbare en bijzondere scholen dwingende voorschriften te geven.

Wij veroorlooven ons, Uw Excellentie ie verzoeken, ook dit punt in ernstige overweging te nemen.

Het hoofdbestuur zou er veel prijs op stellen, het gevoelen van Uw Excellentie over onze voorstellen betreffende het spellingvraagstuk te mogen vernemen. Wij betuigen Uw Excellentie daarvoor bij voorbaat onzen dank.

Indien Uw Excellentie van oordeel is, dat samenwerking met het Algemeen Nederlandsch Verbond van nut kan wezen, stellen wij ons gaarne beschikbaar voor mondeling overleg.