Adres.
Aan Zijne Excellentie, den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, heeft het Bestuur van de Groep Nederland het volgende verzoek gericht:
Het Bestuur van Groep Nederland van het Algemeen Nederlandsch Verbond neemt bij dezen de vrijheid de aandacht van Uwe Excellentie te vestigen op het steeds in omvang toenemende euvel, dat films van buitenlandschen oorsprong, geheel en al, zonder eenige poging tot vertaling, in een vreemde taal worden aangekondigd.
Het toch al betreurenswaardige en voor onze volksopvoeding zoo hoogst nadeelige feit van het vertoonen van geluidsfilms in vreemde talen, wordt door deze vaak sterk sprekende aankondigingen voor bioscopen, in advertenties, op aanplakbiljetten, in trams, e.d. nog belangrijk versterkt.
Het voortdurend lezen en uitspreken van de slechts half begrepen titels en bijzonderheden van deze rolprenten, met het daaraan vaak verbonden ‘film-jargon’, leidt tot afstomping van het gevoel voor de eigen taal en tot verzwakking van het juist thans zoo noodige gevoel van Nederlandsche eigenwaarde.
Naar de meening van het bovengenoemde bestuur ligt hier een taak voor de Overheid, die op veler instemming zal kunnen rekenen.
Het Bestuur van de Groep Nederland van het Algemeen Nederlandsch Verbond richt zich daarom tot Uwe Excellentie met het eerbiedig verzoek te mogen vernemen of de thans bestaande wettelijke voorschriften niet reeds voldoende zijn om de aankondiging van films in vreemde talen te verbieden. Zoo ja, dan verzoekt het voornoemd bestuur Uwe Excellentie maatregelen in deze richting te treffen. In het tegenovergestelde geval, verzoekt het Uwe Excellentie om alsnog dusdanige voorschriften uit te vaardigen.
't Welk doende enz.
(w.g.) PATTIST, Voorzitter.
(w.g.) D. ROESSINGH VAN ITERSON, Secretaris.