Neerlandia. Jaargang 37
(1933)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 109]
| |
Zuid-AfrikaHet zilveren jubileum der afdeeling Kaapstad en Omstreken.23 Juli a.s. is het 25 jaren geleden, dat de tegenwoordige landsarchivaris van Ned. Indië, prof. dr. E.C. Godée Molsbergen, destijds hoogleeraar te Stellenbosch, er in slaagde de afdeeling Kaapstad en omstreken te stichten en een voorloopig bestuur daarvoor te vormen. Zij begon met 45 leden en op de stichtingsvergadering lichtte de heer Godée Molsbergen doel, strekking en werkwijze van het A.N.V. toe. Naar het voorbeeld van dat te Stellenbosch werd een voorloopig reglement voor de nieuwe afdeeling goedgekeurd, dat 20 Augustus werd vastgesteld. Eerste bestuurders waren: J.E. Vixeboxse, voorzitter; J.P.L. Volsteedt, ondervoorzitter; F.W. Hesse, penningmeester; M. Wartena 1ste en J.H. Kofoed, 2de secretaris; adv. J.H.H. de Waal en de dames Mej. O. van Oordt en Mevr. E.M.C. Loopuyt-Maas. Zoo ving dan de zesde afdeelingGa naar voetnoot1) in Zuid-Afrika op de plek, waar eenmaal Van Riebeeck voet aan wal zette, haar werkzaamheid aan en met groote voldoening kan men op den afgelegden weg terugzien. Nog slechts Bloemfontein, welker zilveren jubileum wij in het Februarinummer herdachten, en Kaapstad houden de vaan van het A.N.V. onder het zuiderkruis hoog. Als eerevoorzitters werden benoemd de edele J.H. Hofmeyr (‘Onze Jan’), die 16 Oct. 1909 overleed en F.W. Reitz, de thans 89-jarige oud-president en oudstaatssecretaris. Eerelid werd prof. Jan. C. Celliers. De belangstelling was aanstonds groot; ‘'t schijnt’ schreef de heer Godée Molsbergen 20 October 1908, ‘dat de baby te Kaapstad meer groeikracht heeft dan te Stellenbosch’. Vijf dagen tevoren, 15 October had de eerste openbare ledenbijeenkomst plaats gehad, waarop 600 personen aanwezig waren en het ledental verdubbelde rasch. Er werd een gebouw gehuurd in de Koningin-Victoriastraat, dat in Februari 1909 feestelijk werd ingewijd en waarin de boekerij werd gehuisvest, welke door de Boekencommissie herhaaldelijk werd aangevuld. Het is ondoenlijk in de beperkte ruimte, welke te onzer beschikking is, alles te vermelden wat de afdeeling Kaapstad als bolwerk in den ‘Uythoeck’ in die 25 jaren heeft tot stand gebracht en op welke wijze zij de saamhoorigheid tusschen Afrikaners en Nederlanders heeft versterkt. Wij noemen hier slechts de kindermiddagen onder leiding van mevrouw Loopuyt-Maas, de leestafel en boekerij, de zangvereeniging, de in Juni 1908 gestichte rederijkerskamer ‘Aurora’, welke 3 Aug. 1909 voor het eerst optrad, de kinderzangschool, de briefwisseling tusschen Afrikaansche en Nederlandsche stamverwanten, eerst onder leiding van Mevr. Loopuyt, thans onder die van Mevr. A.C. Boëseken, waaraan meer dan 1000 kinderen meededen, het bevorderen van vlagvertoon, eerst met de De Ruyter, later met de Van Galen en de vele kunstavonden en herdenkingen op nationale Nederlandsche en Afrikaansche feestdagen. Ook de talrijke bezoekers aan Zuid-Afrika, die steeds gastvrij door de afdeeling Kaapstad werden ontvangen, hebben niet weinig tot de goede verstandhouding tusschen de beide stamverwante elementen bijgedragen. Van die bezoekers noemen wij hier alleen onzen toenmaligen algemeenen voorzitter, dr. H.J. Kiewiet de Jonge, die de 2de vergadering van de afdeeling op 2 Maart 1909 bijwoonde. De tegenwoordige Voorzitter, de heer J.L. Schoeler, heeft sedert 1921, toen hij als Secretaris optrad, met onverflauwde toewijding zijn krachten en gaven in dienst van de afdeeling gesteld. En wij doen geen der andere bestuurders, vroegere en tegenwoordige, tekort, wanneer wij naast den Voorzitter noemen Mevrouw E.M.C. Loopuyt-Maas, die van de oprichting af deel heeft uitgemaakt van het bestuur en daarin een groote stuwkracht was. Eenige jaren geleden werd haar daarvoor het ridderkruis der Oranje-Nassauorde toegekend. Wij wenschen de afdeeling Kaapstad met haar jubileum van harte geluk. Beproefde vrienden van onze beginselen hebben in het land van de Goede Hoop stand gehouden, ‘vastgetrapt’, en ondanks onvermijdelijke tegenspoeden Afrikaners en Nederlanders bijeengehouden in het streven naar cultureele ontwikkeling van onzen stam. F.O.D. |
|