Het Rectoraat van de Rijksuniversiteit te Gent.
Nu prof. A. Vermeylen, de alom geëerde Vlaamsche kunsthistoricus en letterkundige, het rectoraat der deels vernederlandschte Universiteit te Gent, dat hij in de moeilijke vervlaamschingsjaren waarnam, gaat neerleggen, doen de te Gent doceerende anti-Vlaamsche hoogleeraren, een poging de benoeming van een onverdacht Vlaamschgezinde, een kamper voor de Nederlandsche wetenschap, als opvolger van Vermeylen, onmogelijk te maken.
Er wordt in het duister gewerkt, gewroet en geknoeid en geen middel, hoe oneerlijk ook, wordt ongebruikt gelaten om te beletten, dat prof. dr. Frans Daels, de man der Vlaamsche wetenschappelijke Congressen, de leider der Vlaamsche Bedevaarten naar het IJzerfront, wiens candidatuur de algemeene sympathie der Vlaamsche studenten en der ontwikkelde Vlaamsche bevolking wegdraagt, zou worden benoemd. Maar als de Vlamingen het werkelijk meenen met hun opgang naar een hooger ideaal van bevordering en verspreiding der wetenschap; als de jonge geleerden, door prof. Daels gevormd, de oud-strijders, de moeders, de studenten geen ondankbaren zijn, zullen zij, hun wil samenspannend, dit snoode opzet weten te verijdelen en prof. Frans Daels, den hoogstaanden mensch en grooten geleerde brengen daar, waar hij wezen moet: op den rectorstoel van de Vlaamsche Universiteit!