Een ander punt van belang is de nu aan de orde zijnde vernederlandsching van het diergeneeskundig onderwijs. Het is immers ongehoord, dat het Vlaamsche land, waar de landbouw de voornaamste tak van bedrijf is, tot nu toe zoo goed als geheel van Vlaamsch diergeneeskundig onderwijs verstoken is gebleven. Dit onderwijs was en is tot heden feitelijk alleen voor de Walen en de ontvlaamschte Vlamingen bestemd. Er zijn in 1930 door de regeering beloften gedaan, die - een interpellatie in de Belgische Tweede Kamer heeft het bewezen - nog steeds op haar inlossing wachten. Ook hier is een verschil van meening tusschen de Vlamingen onderling, omtrent de oplossing, welke aan dit vraagstuk moet worden gegeven, als voorwendsel gebruikt om haar op de lange baan te schuiven. Al de Vlaamsche intellectueele lichamen en vereenigingen zijn het thans evenwel eens geworden om de oprichting van een diergeneeskundige faculteit te Gent te eischen en van de splitsing der bestaande (Fransche) Veeartsenijschool te Kuregem - Brussel, die op een nieuwe fopperij zou uitloopen, af te zien. De overwinning kan, indien zij het nu maar willen, niet lang meer uitblijven.
In de Koloniale Hoogeschool te Antwerpen is reeds een en ander gedaan op het gebied der vervlaamsching. De leiding der Hoogeschool is blijkbaar van goeden wil maar de op Fransche leest geschoeide organisatie van de Belgische Congokolonie en het feit, dat, als gevolg daarvan, slechts 3/10 der studenten uit het Vlaamsche land komen - te Antwerpen en te Gent b.v. voelt de studeerende jeugd zoo goed als niets voor een administratieve koloniale loopbaan - staat de verdere vervlaamsching in den weg.
Het wordt hoog tijd dat de Vlamingen zich ook in de Congokolonie laten gelden, vooral nu aanzienlijke bedragen van het moederland worden gevergd om het verbroken evenwicht der begrooting van den Congostaat mede het Vlaamsch geld te herstellen.