Maastricht.
26 Januari heeft Prof. Nolet voor deze afdeeling en een uitgelezen gezelschap genoodigden een voordracht over Prins Willem van Oranje gehouden. De spreker werd ingeleid door den voorzitter, Dr. Endepols, die in zijn openingswoord deed uitkomen, dat Maastricht den Prins dankbaar moet zijn, omdat hij het deel deed zijn van het Nederlandsch staatsverband, waardoor het zich naar eigen aard heeft kunnen ontwikkelen.
Prof. Nolet heeft daarna een doorwrochte herdenkingsrede uitgesproken, waarbij hij uitging van het lager onderwijs, dat hij zelf te Maastricht bij de broeders had genoten, wier houding tegenover den grondlegger van Neerlands onafhankelijkheid is saam te vatten in den term ‘gereserveerde sympathie’.
Spr. acht het 'n vooruitgang der geestesgesteldheid, dat de Nederlandsche katholieken thans van harte deelnemen aan de herdenking. Zijn rede was een beschouwing van katholiek standpunt, dat spreekt, d.w.z. niet uitsluitend een verheerlijking der groote nationale figuur, maar liep niettemin uit op de slotregels van het volkslied van Limburg,
Waar aan 't oud' Oranjehuis
't Volk blijft hou' en trouw,
Met ons roemrijk Nederland