's-Gravenhage.
27 Jan. gaf deze afdeeling, die hare leden verwent, een avond met voordrachten van Mr. A.W. Kamp. Een onvervalscht Nederlandsche avond. Er was stemming in de zaal van den Kunstkring, onder de steenen gewelven der oude Ridderzaal, de warmte van ronde, Hollandsche gemoedelijkheid.
‘Ga uit dan over land en zee
de wijde zee met wimpels en met vlaggen,
met hare gronden ongepeild.
het wolkenheir, waar Uw verlangen wijlt....’
Zoo leidde de voordrager met zijn ‘Lied’ den avond in. En hij voerde zijn toehoorders verder naar die ‘zee der menschen’, liet hen lachen om het toch eigenlijk wrange ‘Oudjaar voorheen en thans’:
Thans gaat het anders in dit land,
alle traditie gaat aan kant:
men viert Oudjaar in bacchanalen,
in grill-room en in restaurant’.
Een soortgelijk leed over slecht modernisme klonk uit den spot van ‘Huislijkheid’. De humor sprankelde voortdurend. Wij sluiten ons gaarne aan bij de hulde, den dichter-voordrager, bij zijn zilveren jubileum gebracht.
De tweede voordracht, in de door de Afdeeling ingerichte reeks ‘Herdenking van Prins Willem van Oranje’, werd gehouden door Dr. C. Dönges, conservator van den Wilhelmturm te Dillenburg. Hierin werden behandeld de betrekkingen tusschen den Prins en zijn stamland Nassau-Dillenburg.
H.M. de Koningin-Moeder woonde het eerste gedeelte bij, waarin een aantal lichtbeelden werd vertoond, betrekking hebbende op de geschiedenis van Dillenburg en het geslacht der Dillenburgsche graven. Dr. Dönges besprak de jeugd van den Prins, zijn eerste lessen op de door zijn moeder Juliana van Stolberg ingerichte hofschool, zijn vertrek in 1544 naar Brussel; dan zijn latere bezoeken en zijn komst in 1567 ter voorbereiding van den strijd tegen Alva. In de toen volgende jaren was Dillenburg door de aanwezigheid van Willem ‘het middelpunt der wereld’. In 1568 werd Maurits hier gedoopt. De Nassau- Dillenburgsche landen en de grafelijke familie hebben Prins Willem met goed en bloed in zijn Nederlandschen vrijheidsstrijd bijgestaan. De Willemstoren is gesticht ter gedachtenis aan den grooten Nassauer.
Spr. besloot met den wensch, dat de eeuwenheugende banden in stand mogen blijven.