Neerlandia. Jaargang 37
(1933)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMededeelingenTentoonstelling van oorlogsherinneringen.Men zal zich herinneren, dat in October 1931 in het Stammuseum van het Verbond een tentoonstelling werd gehouden van voorwerpen en geschriften betrekking hebbend op den 2den vrijheidsoorlog der Boeren, ingezameld door de commissie in Nederland voor het Oorlogsmuseum te Bloemfontein. Deze commissie bestond uit Z.E. Dan. J. de Villiers, voorzitter en de heeren K.F. van den Berg, P.J. de Kanter, Dr. W.J. Leyds, Prof. Dr. J.W. Pont en Fred. Oudschans Dentz, Secretaris. Nadat de verzameling naar het Museum te Bloemfontein was gezonden, is men doorgegaan met het verzamelen van herinneringen. Er kwam nog al wat in. Een en ander zal vermoedelijk begin Maart worden verzonden. Teneinde belangstellenden in de gelegenheid te stellen deze voorwerpen te bezichtigen, zullen zij in het Stammuseum, Laan 34, 's-Gravenhage, worden tentoongesteld van 13 tot en met 20 Februari. De toegang is vrij van 10 tot 5 uur op werkdagen en van 3 tot 5 uur op Zondag 20 Februari. Wij vertrouwen, dat velen een bezoek aan Laan 34 zullen brengen. Er zal dan tevens gelegenheid zijn om de belangrijke aanwinsten van ons eigen Stammuseum te bezichtigen. | |
Aanwinst Stammuseum.De heer J.H. Sikemeier te 's-Gravenhage heeft aan ons Stammuseum een groot geteekend portret van Paul Krüger in fraaie lijst ten geschenke gegeven. Voor deze prachtige aanwinst zegt het Hoofdbestuur den schenker hartelijk dank. | |
[pagina 28]
| |
De wereldvermaardheid der Zuiderzee-inpoldering.In een Zuidamerikaansch blad verscheen onlangs een artikel over de ‘Nova provincia’ van Nederland onder het hoofd. Deus fez o Mundo e o hollandez fez a Hollanda. Elk ontwikkeld Nederlander, ook al kent hij geen Spaansch, weet welk gevleugeld woord hier bedoeld wordt. Het voor de Nederlandsche waterbouwkunde zeer vleiend artikel trok de aandacht van een groot grondbezitter in Brazilië, die zich herinnerde, dat op 100 K.M. afstand van zijn bezitting een Nederlander woont, die hem voor bescheiden navolging van zulk soort droogmakerij wellicht van dienst kon zijn. Die Nederlander, een dankbare klant onzer Afd. Boekverspreiding, heeft zijn ontmoeting met den Braziliaan te leuk beschreven om hem niet zelf aan 't woord te laten. ‘De man schreef me, dat hij had gehoord, dat zoo'n waterbewoner zich hier had neergezet en hij zou mij gaarne eens bezoeken. Ik antwoordde, dat het mij zeer aangenaam zou zijn, en werkelijk, eenige dagen geleden kwam hij, op zijn benzinekist zittende, hier aanstrompelen. Na de gewone huis- en veldzaken behandeld te hebben, kwam hij eindelijk ter zake. Bij zijn woning n.l. had hij een meer van ongeveer 40 tot 50 H.A. groot. Dat wilde hij gaarne droogmaken en er riet in planten. Ik als Hollander moest toch weten hoe dat te maken. Ik kon me toch niet blameeren en zeggen dat mijn opvoeding als waterbouwkundig ingenieur geheel verwaarloosd was. Al het terrein in het rond was hoogland, alzoo een kanaal graven en leeg pompen ging niet. Ik heb hem geraden er een hoop tunnels onder te graven, ze met hout op te vullen en dat in brand te steken, dan verkookte het water vanzelf. De man was verbaasd over zooveel wijsheid, en om het zaakje te bespoedigen, raadde ik hem een scheepslading Hollandsche haring te laten komen, zijn zwarte arbeiders, koeien en varkens, niets dan deze te eten te geven: dan kon hij eens zien hoe snel het water zakte, en hij steunde meteen de Hollandsche nijverheid, die in een crisistoestand verkeert. Mij kon hij als proef een vaatje ervan sturen. Toen krabde de Senor zich achter de ooren. Wel, of er iets van de zaak komt, moet de tijd leeren. Ik kon niet nalaten U de geschiedenis te vertellen, neemt U het mij niet kwalijk?' Van kwalijk nemen is geen sprake. Integendeel. Een goede grap op zijn tijd, vooral in dezen tijd, is steeds welkom. En is de kern ervan niet een hulde aan Neerlands wereldvermaarde waterbouwkunde? | |
S.A.S.V.I.A.Het bestuur der Suid-Afrikaanse Studente-vereniging te Amsterdam, wier wapen we in ons vorige nummer afdrukten, is thans als volgt samengesteld: G. Cronjé, voorzitter; W.H.G. Liebenberg, secretaris; J. Krüger, penningmeester; A.B. du Preez, ondervoorzitter en D.J. de Villiers, ondersecretaris. | |
Kon. Ned. Toonkunstenaarsvereeniging.De Haagsche afd. dezer vereeniging gaf 23 Dec. j.l. haar tweede welgeslaagde uitvoering in dezen winter, gewijd aan Ned. muziek. Het programma was samengesteld uit werken van Angenot, Oberstadt, Pijper, Voormolen en Wolff. | |
Postpapier- Wilhelmus-van-NassouweBij de secretaresse van de Wilhelmus-van-Nassouwecommissie (Mej. M.G. Schenk, Boezemsingel 198, Rotterdam, giro 181672), is verkrijgbaar postpapier bedrukt met het portret van den Prins van Gosschalk en onderschrift: So laet ons dan t'samen met eendrachtigen herte ende wille de bescherminghe van dit goede volck aangrypen, tegen 60 cent per map van 100 vel; de winst komt ten goede aan de volkshulde te Delft. | |
Gebruikte Postzegels.Zending ontvangen van mevr. H.E.K. te 's-Gravenhage. |
|