Amerika
Prof. Dr. Geerhardus Vos.
Prof. Dr. Geerhardus Vos, die vele jaren aan het wijdvermaarde ‘Theological Seminary’ van Princeton Universiiy in Noord-Amerika het hoogleeraarsambt heeft bekleed en die thans op 70-jarigen leeftijd emeritus is geworden, is Nederlander van geboorte en afkomst. Al den tijd van zijn verblijf in Amerika heeft hij op velerlei wijze blijk gegeven van zijne belangstelling in Nederland, Nederlandsche theologie en beschaving. Behalve eenige boeken heeft hij ook dichtbundels in het Hollandsch het licht doen zien; de banden heeft hij steeds aangehouden en versterkt. In een aan mij gericht en brief zegt hij: ‘Tot op mijn 19de jaar was ik in Nederland en heb daar vele onuitwischbare indrukken opgedaan. Het is mij zelf een wonder geweest, hoe diep zulke jeugdindrukken in de ziel geworteld liggen en hoe zij onwillekeurig, zoodra eene meer dan alledaagsche poging om uiting aan het inwendig leven te geven wordt beproefd, weder naar boven komen. Schoon ik jaar na jaar mij in het Engelsch bewoog, desniettemin, zoodra ik de pen ter hand nam om een liedje te ‘weven’, drong zich het oude Hollandsen naar boven. Het was werkelijk iets ‘Freudiaansch’. Tot op dit oogenblik, als ik tellen moet, zeg ik niet: one - two - three, maar: een - twee - drie; dat zit nog dieper dan alle litteraire aspiratie in proza of poëzie’.
Ik meende er onzen lezers een dienst mede te doen, hem te vragen om: ten eerste zijn portret; ten tweede een beknopte autobiographie; ten derde een bijdrage van zijne hand. Professor Vos is zoo vriendelijk geweest aan dit verzoek gevolg te geven, waarvoor wij hem hartelijk dankzeggen, temeer daar hij mij in den begeleidenden brief schrijft: ‘Ik ben altijd meer afkeerig, dan een vriend van het persoonlijk “naarvoren- treden” geweest. Misschien is mij dat uit den ietwat wereldafkeerigen geest van het oud-Afgescheiden piëtisme, waarin mijne ouders leefden en ik zelf opgroeide, bijgebleven. En U weet zelf wel - schrijft hij - dat de vreeselijke advertentie-woede, die hier in de “Nieuwe Wereld” heerscht, er niet op aangelegd is zulk een persoonlijk-overgeërfden afkeer te matigen’.
Nu, wij zijn hem dankbaar, dat hij over zijn bezwaar heeft kunnen heenstappen en dat hij ook op deze wijze met ons wil samenwerken om de banden, die Nederland en de Amerikaansche Hollanders verbinden, nauwer aan te snoeren. Mogen steeds meer personen van de Nederlandsche Amerikanen, uit welke streek of milieu dan ook, zich opgewekt gevoelen, ons wat te vertellen van het heden of verleden van dat Nederlandsche element in Noord-Amerika, dat aan de vorming en den bloei der Vereenigde Staten zijn beste krachten gegeven heeft en nog steeds schenkt.
Prof. Vos heeft zich thans, vooral ook om gezondheidsredenen, in Zuid-Californië gevestigd. ‘Zelfs hier’, zoo schrijft hij, ‘in een geheel Amerikaansche omgeving in Zuid-Californië, treft men oude Hollanders aan. Gisteren ontmoette ik een koopman van in de zeventig, die volkomen korrekt Hollandsch spreekt en mij vertelde op 3-jarigen leeftijd naar hier te zijn gekomen. In de stad Los Angeles bestaat eene Christelijk Gereformeerde Kerk (Christian Reformed Church) met een predikant, die te Grand Rapids en te Princeton is opgeleid. En er zijn in Californië ten minste een half dozijn plaatsen waar men zulke gemeenten aantreft. Maar de totale Amerikaniseering is onvermijdelijk, en maar al te dikwijls gaat zij vergezeld van een verlies van alle bekendheid met en belangstelling voor het moederland’.
Wij laten hier nu volgen het portret van prof. dr. Geerhardus Vos, dat in 1913 dus op zijn 51-jarigen leeftijd is gemaakt, benevens zijn autobiographische aanteekeningen, terwijl een artikel van zijne hand in het Februari-nummer zal worden geplaatst.
Leiden.
Dr. A. EEKHOF.
Prof. Dr. Geerhardus Vos.
***