Ned.-Indië
Groote Feesten in Batavia.
De hoofdstad van Ned.-Indië heeft ter herdenking van den 50sten verjaardag van H.M. de Koningin luisterrijke feesten gevierd. Alles is daarbij zoo vlot, zoo gemakkelijk verloopen, dat het wel leek, of dat vanzelf sprak. 't Was intusschen heel anders, en eenige weken voor den 31sten Augustus had het er veel van, of er van een buitengewone viering niets zou komen. Toen heeft de afd. Batavia van het A.N.V. de koe bij de horens gepakt. Allerlei menschen en vereenigingen, die geen kans zagen zelf te beginnen, en ook niet tot samenwerking konden komen, gaven aan de roepstem van het bestuur der afd. gehoor en schenen het natuurlijk te vinden, dat het A.N.V. weer de leiding nam. Een houding, die voor het A.N.V. den grootsten lof inhoudt; een lof, die ook verdiend is. Zoo werd dan een Feestcommissie in het leven geroepen, onder voorzitterschap van Prof Dr. E.C. Godée Molsbergen, den voorzitter der afd. Batavia van het A.N.V., waarin de gansche burgerij vertegenwoordigd was. Zooiets tot stand brengen, geeft in Holland soms al moeite, hoeveel te meer zou men dan mogen verwachten, in Indië bezwaren te ontmoeten, waar immers de verschillen in godsdienst, ras en taal van H.M.'s onderdanen zoo veel grooter zijn. Verstandige ervaren mannen vreesden, dat het wel niet lukken zou. Maar het lukte wel. En toen een commissie op de been was, die klonk als een klok, toen zijn er feesten in elkaar gezet, als Batavia ze nog zelden gezien heeft.
Het begon op Zaterdagavond, den 30sten Augustus, met een serenade aan de Koningin op het Koningsplein. Militaire muziek en koorgezang, 't Was wel wat vreemd, zoo'n serenade ter eere van de Vorstin, die zooveel duizenden K.M. weg was, en toch alles hooren kon. Maar we stelden ons de Koningin luisterende voor - en de plechtigheid maakte diepen indruk. Doch het indrukwekkendste moest nog komen na den afloop, toen een zware stem door de luidsprekers mededeelde, dat H.M. alles goed had verstaan en binnen een paar minuten Indië persoonlijk bedanken zou. Daar liepen de menschen bij duizenden op de luidsprekers af. Er waren er vijf opgesteld; en zoo, dat wel ieder onder het bereik er van kon komen. Een paar minuten stilte, en toen klonk, helder en klaar, de stem van de Koningin, die in eenvoudige welsprekende woorden ons dankte en Hare vreugde er over uitsprak, dat alle deelen der bevolking elkaar gevonden hadden in de hulde.
't Was een schoon, ontroerend oogenblik, in het bijzonder voor wie in rechte lijn voor de luidsprekers stonden, want die misten geen woord.
's Zondags hadden er plechtige diensten plaats in de kerken. De Gouverneur-Generaal bezocht 's morgens de hoogmis en 's avonds den dienst in de Willemskerk. Bij de huldiging den avond te voren was Z.E. niet aanwezig geweest, en terecht. De tienduizenden, die naar het Koningsplein stroomden, vulden de wegen al zoozeer, dat men voor een kwartier gaans met een auto drie kwartier noodig had. De stoet van den Gouv.-Generaal zou een te groote verkeersbelemmering zijn geweest.
Den derden dag, Maandag, is de groote optocht gehouden. Nooit in mijn leven heb ik zoo'n aardigen optocht gezien. Aardig, omdat daaraan heel Batavia had medegewerkt. Wagens met veel geld, smaak en vakkennis tot iets heel moois gemaakt; andere, waaraan kinderhanden getooverd hadden en waar de lieve kinderkopjes, zoo trotsch en stralend, toch nog wel het allerliefste tooisel van waren. Het geduld en de fantasie van duizenden had een verscheidenheid gemaakt, als men niet licht ergens anders in een optocht zal aantreffen. Eigenaardig: de humor kwam het best uit in de wagens en groepen van de Inlandsche bevolking. Daar was bijvoorbeeld een groep als Papoea's uitgedost, die zoo kostelijk parodieerde, dat de toeschouwers van het lachen haast niet bekomen konden. De Chineesche wagens waren natuurlijk met hunne schilderachtige mythologische figuren bezet en versierd. In hooge mate belangwekkend was ook een groep Menadoneezen, met getrokken zwaarden, die onderweg af en toe een zwaarddans uitvoerden. Ook de soldaten namen deel aan den optocht; niet alleen als begeleiders, maar met hun muziekkorpsen. Onze stafmuziek ging voorop en in den stoet liepen een Ambonsch en een Manadoneesch fluitorkest, met hun bamboezen fluiten.
Deze stoet trok langs de voorgalerij van het Paleis aan het Koningsplein, om den Gouverneur-Generaal de hulde voor H.M. aan te bieden.
's Avonds was er, evenals de vorige avonden, feestverlichting van Rijswijk en Noordwijk en tevens een uitstallingswedstrijd, die helaas etalagewedstrijd heette.
Schitterende feesten zijn het geweest, die de gansche burgerij het hart hebben verheugd.
Wij zijn er trotsch op, dat het wederom het A.N.V. is geweest, dat ze heeft mogelijk gemaakt, het A.N.V., dat op deze wijze zijn plaats handhaaft en bevestigt boven politieken en godsdienstigen strijd. En wij A.N.V.-ers zijn dankbaar voor onze mannen, die zoo ontzaglijk veel moeite zich getroost hebben, vooreerst onzen voorzitter Prof. Godée Molsbergen, op zijn moeilijken post als voorzitter van de feestcommissie, en dan den secretaris Mr. Akkerman, die achter de schermen zoo ontzaglijk veel werk verzette.
J.S.