Een der zalen van het Tehuis voor Nederlandsche zeelieden te Londen.
In zijn openingsrede drukte de gezant er zijn vreugde over uit, dat er een einde gekomen was aan de ongerijmdheid, dat de Nederlandsche zeelieden in Londen geen eigen tehuis hadden, een haven in het wereldverkeer, welke door Nederlandsche schepen sedert eeuwen bezocht wordt en waar dagelijks honderden Nederlandsche zeelieden vertoeven. De gezant bracht bijzonderen dank aan de edelmoedigheid van Sir Henry Deterding en de heeren F.C. Stoop, Henry van den Bergh e.a. voor den verleenden steun en aan de heeren C. Zuiver, W.L.A. van Oosterwijk Bruijn e.a., wier belangelooze ijver en stuwkracht de stichting van het Tehuis mogelijk hebben gemaakt.
Professor dr. J.R. Slotemaker de Bruijne, voorzitter van de Ned. Zeemans Centrale, dankte den gezant voor zijn toewijding aan deze zoo bij uitstek Nederlandsche instelling. Ds. J. van Dorp, predikant van de Hervormde kerk te Londen, verwelkomde het nieuwe Nederlandsche middelpunt in de wereldstad en schonk het een fraaien gebonden bijbel. Namens de Ned. Zeemans Centrale spraken de secretaris ds. L.D. Poot en de aalmoezenier H. Jansen.
Na den rondgang door het goed gelegen en keurig gemeubeld huis (6, Circus Minories, E.C. 2), met zijn aantrekkelijke lees- en biljartkamers, bleven de gasten nog eenigen tijd onder het genot van een geurig kop thee bijeen en zonden telegrafisch eerbiedige groeten aan Koningin Wilhelmina. Voorloopig treedt jonkvrouwe J.R. Ortt uit Rotterdam als directrice op.