Nederlandsch-Indië
Groep Nederlandsch-Indië.
Het gaat slecht in den Oost, met alles; dit kan men in alle kranten lezen en van alle kanten hooren. Maar wat men niet leest of hoort is, dat het Verbond hierop een gunstige uitzondering maakt en dat het met het Verbond beter gaat, dan men zich van eenigen tijd kan herinneren. Het Nieuws van den Dag voor Ned. Indië, dat vroeger altijd uitmuntte in de onaangename manier, waarop dit meest gelezen dagblad over het Verbond schreef, had op 27 Juni twee kolommen over het Verbond, met den bijtitel: Groote Bloei en Sympathieke Actie. Aan dit overzicht en enkele andere ons gezonden drukwerken ontkenen wij het volgende:
De voorzitter Welter, die prof. Van Kan als zoodanig is opgevolgd en dus nu weer de plaats inneemt, die hij bezette, toen hij Indië verliet, om Minister van Koloniën te worden, kon bij de opening van een algemeene vergadering wijzen op den gestadigen bloei van de Groep; vele jaren waren er slechts afdeelingen te Batavia, Medan, Buitenzorg en Semarang, thans zijn er ook te Palembang en Padang (twee plaatsen op Sumatra), Magelang en Jogjakarta (beide in Midden-Java), terwijl gewerkt wordt aan de stichting van een afdeeling Soerabaja, Tjilatjap, Soekaboemi, Bandjermasin (waar een van de eerste afdeelingen is geweest), Balik Papan, Djambi (hoe kort nog maar onder Nederlands rechtstreeksch gezag!), Benkoelen en Kota Radja (de hoofdplaats van Atjeh). De Groep was in staat een flinke gift te zenden voor het herstellen van het ingestorte orgelkoor in de Kerk te Galle op Ceilon en kon de kosten op zich nemen van een copie van het portret van J.P. Coen in het Westfriesche Museum te Hoorn, welke copie bestemd is voor de Historische Zaal van het Kon. Bataviaasch Genootschap. Overwogen wordt de stichting van een Zeemanshuis als dat te Genua, te Singapoera, voor de Nederlanders een van de belangrijkste havens van de wereld en waar zulk een tehuis zeker meer nut zal doen, dan in welke Europeesche havenplaats ook. Verder is een taalwacht ingesteld, zij het op een taalkundig beperkt gebied: de luchtvaart. Dit op verzoek van de redactie van Het Vliegveld, die prijsvragen uitschreef voor goede Nederlandsche woorden; van de zijde van het Verbond zijn voor den beoordeelingsraad aangewezen de heeren prof. dr. Godée Molsbergen en Van Dam. Dan kan gemeld worden, dat het Verbond is ingegaan op een opmerking van een lid, dat steeds meer de oude naam ‘Batavia’ wordt vervangen door ‘Weltevreden’, dat de naam is van het hoofdpostkantoor in de woonstad en dreigt de naam te worden van de heele gemeente, die gelukkig den ouden wereldberoemden
naam Batavia heeft. Deze opmerking is jaren geleden ook al gemaakt in een vergadering van de afdeeling Batavia, maar dit heeft tot niets geleid; moge er ditmaal meer bereikt worden! Voorts is er een commissie aan het werk voor het behoud van de oude landhuizen. Zij heeft tot voorzitter mr. dr. G.G. van Buttingha Wichers, tot secretaris prof. dr. E.C. Godée Molsbergen, den landsarchivaris, die op vele plaatsen ter wereld een steun voor het Verbond is geweest: leeraar in Zaandam en Ter Neuzen, in Zuid-Afrika, te Batavia, hoogleeraar te Gent, en tot leden dr. F.D.K. Bosch, Hoofd van den Oudheidkundigen Dienst, E.C.C. Ament en H.H. Kan, landheeren. De Commissie is in verbinding getreden met de Hendrick-de-Keyserstichting, die in Nederland reeds zoo heel veel op dit gebied heeft bereikt.
Dat die oude landhuizen thans werkelijk de belangstelling hebben, is gebleken uit een tocht, die het Verbond heeft op touw gezet: niet minder dan 30 auto's namen daaraan deel. Het heeft weinig nut hier een opsomming te geven van de landhuizen, die werden bezocht, maar wij zijn toch dankbaar, dat wij hier enkele foto's kunnen afdrukken, omdat wij aannemen, dat maar een zeer gering aantal van onze lezers eenig denkbeeld van deze woningen zal hebben. De tocht was blijkbaar al even goed voorbereid als de wandeling door oud-Batavia van verleden jaar; een korte inleiding gaf den leden gelegenheid zich op de hoogte te stellen van wat zij zouden zien en gaf hun tevens een keurige herinnering. Ik geloof, dat zulke tochten voortreffelijk zijn en ik las dan ook met veel genoegen, dat er een op het programma staat naar het fort Speelwijk in Bantam. R.v.I.