Neerlandia. Jaargang 34
(1930)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdFransch VlaanderenHet zevende Vlaamsche Congres in Frankrijk.Den 26sten en 27sten Juli hebben de ‘Vlamingen van Vrankrijk’ hun zevende congres gehouden te Kassel, voor 't eerst een tweedaagsch. Een rapport over de tweetaligheid in het onderwijs, uitgebracht door mejuffrouw Vandamme en de heeren Blanckaert, Despicht, Janssen en Van den Driessche werd behandeld. Gevraagd wordt voor de lagere school de streektaal als voertaal voor het onderwijs, ook voor dat in 't Fransch en twee uur 's weeks voor elke klas voor 't aanleeren van 't Vlaamsch. Ook, dat er vaste uren uitgetrokken worden op de opleidingsscholen | |
[pagina 139]
| |
van onderwijzers en onderwijzeressen voor studie van het Nederlandsch. Op de Middelbare scholen moet het Nederlandsch of Vlaamsch aanvaard worden als tweede taal voor het ‘baccalaureát’. Verder, dat de scholen aangemoedigd zullen worden, om aan de wedstrijden in de Vlaamsche taal en letteren, uitgeschreven door het Vlaamsch Verbond, mede te doen. Ook werd een beroep gedaan voor de tweetaligheid op de rederijkerskamers en opgewekt tot stichting van plaatselijke vereenigingen voor studie en verspreiding der moedertaal, die dan avonden kunnen instellen van Vlaamsche Kunst. Aan deze studiebijeenkomsten waren feestelijkheden verbonden, waarvan vooral de persoon van Professor Kannunik Looten, als jubilaris, het middelpunt was. Aan tafel werd medegedeeld, dat de Universiteit van Leuven hem doctor honoris causa gemaakt heeft. * * * Het Dag. Bestuur ontving van den heer Looten de volgende dankbetuiging: 't Is voor mij eene zeer aangenaame plicht U, en geheel het Nederlandsch Verbond, van herte geerne te bedanken voor de bijzondere eer die U, tergelegenheid van mijn jubelfeest, mij bewezen hebt, door de liefwaarde bemiddeling van onzen getrouwen medelid, Mr. J.N. Pattist. Inderdaad heeft Uwe vriendelijkheid mij overgeladen! Het prachtig diploma, de veelbeduidend penning, het nuttig muntbriefje, dit alles, zoo treffelijk geschonken, zal mijn leven lang een voorwerp van diepgevoelde vreugde en welgegronde fierheid blijven. Gelijk ik het aan Mr. Pattist gezeid heb in mijne antwoord op zijnen heildronk, staatkundige veranderingen hebben wel de Zeventien Provinciën, zoo lang te samen verbonden, in drie stukken breken kunnen: maar zij en hebben onzen familiegeest niet verminderd; zij en hebben den Nederlandschen stam niet uitgeroeid; zij en hebben de stem van 't bloed niet verstomd: noch zullen zij het in het toekomend als 't God belieft.! Laat mij toe eens te meer mijne altijddurende bewondering uit te drukken voor uw Vaderland, nauw in vlakte, maar zoo breed en groot door het deel die het genomen heeft in den voortgang der beschaving, met mannen als Grotius, Rembrandt, Vondel, Alberdingk Thijm, Busken Huet, Schaepman, Van Eeden, etc. die het menschelijk geslacht verheffen en veradelen. Lang leve Holland ‘magna virorum tellus!’Ga naar voetnoot1) Ik ben, Mijnheer de Voorzitter, met diepste erkentenis en Hoogachting,
|
|