Lynden.
In het jaar 1880 kwamen, waar 't tegenwoordige Lynden ligt, de eerste ‘settlers’ uit het verre Oosten en midden van Amerika.
Niets dan uitgestrekte bossen en wouden zag men toen. In de verte Mount Baker met z'n altijddurende sneeuwtop. Naar men zegt is Mount Baker genoemd naar een zekere kapitein Bakker, een Hollander.
En meer en meer ‘settlers’ kwamen er. In 1901 werd de Hollandse kerk gesticht en na die tijd kwamen Nederlanders, uit het verre Oosten en midden van Amerika, en ook rechtstreeks uit Nederland, om hier hun fortuin te beproeven. Men hoorde bijna overal de Nederlandse taal spreken. Velen van de ouderen kenden zelfs geen Amerikaans.
Er werd hard gewerkt. Spoedig zag men, waar vroeger wildernis was, mooie boerderijen. Geen grote uitgestrekte ‘ranches’, neen, op z'n Hollands, kleine boerderijen, waar ieder stukje grond waarde had.
Er kwamen winkels, banken, er kwam 'n grote melkfabriek, eieren werden op grote schaal uitgevoerd. De laatste jaren begon men met bloembollen. Ook 't laatste was 'n verbazend sukses. De bloembollenkwekers hebben echt Haarlemse namen. In de maand Mei is er niets mooiers denkbaar dan die uitgestrekte tulpenvelden, daarachter de bossen en heel in de verte Mount Baker.
De winkeliers, slagers, bakkers, allen hebben Nederlandse namen.
Men zou nu nog best in Lynden kunnen gaan winkelen, zonder 'n woord Engels te behoeven te spreken. Door de Hollandse kerk is de Nederlandse taal hier zo lang bewaard gebleven. In enkele families wordt die taal meer gehandhaafd als bij anderen. Toch kunnen de meeste jonge mensen Nederl. verstaan, al kunnen ze het niet zo goed spreken of schrijven, Er zijn zelfs kleine kleuters van drie jaar oud, die Hollandse versjes kunnen zingen. Op de vraag: ‘Van wie heb je dat mooie versje geleerd?’ is 't antwoord: ‘Van grootvader.’
In de laatste jaren echter, jammer genoeg, hoort men minder Nederlands. Die kinderen, die de ‘High School’ doorlopen hebben, spreken 't nooit meer.
Naast de Hollandse kerk is 'n tweede kerk verrezen, waar de diensten in 't Amerikaans gehouden worden en in de twee Hollandse kerken wordt ook dikwels in 't Amerikaans gepreekt.
Door de verscherpte landverhuizingswetten komen er weinig of bijna geen Nederlandse families meer hierheen. En mijns inziens, als 't zo doorgaat, is de Nederlandse taal hier na vijf en twintig jaren uitgestorven.
Jammer ook, dat vele jongeren zo'n verkeerde indruk hebben van Holland. Dat is 't land, waar alle mensen op klompen lopen, waar alles zo ouderwets is. Doordat zij geen Nederlands meer lezen, blijven die begrippen bestaan.
Vlak over de grens, in Vancouver, zijn nog vele Nederlanders, die wachten op 'n kans, om de Verenigde Staten binnen te komen. Wellicht kan de Nederlandse taal dan wat meer versterkt worden.
20 Maart 1930. M.H.W.v.d.G.