Neerlandia. Jaargang 34

Zuid-Afrika

Betrekkingen met Nederland.

De vertegenwoordiger van het A.N.V. te Kaapstad schrijft ons uitvoerig over verschillende gebeurtenissen, die op de betrekkingen tusschen Zuid-Afrika en Nederland een gelukkige uitwerking kunnen hebben.

Daar is allereerst de komst van prof. en mevr. Bokhorst, waarover Neerlandia reeds uitvoerig heeft bericht. De nieuwe hoogleeraar heeft, alvorens naar zijn standplaats Pretoria te vertrekken, gelegenheid gehad, vrienden te ontmoeten en nieuwe kennissen te maken. Ten huize van den heer J.L. Schoeler, voorzitter van het Alg. Ned. Verbond te Kaapstad, ontmoette hij den oud-minister Senator F.S. Malan, die o.a. opmerkte, ‘dat het goed en wel was, dat prof. Bokhorst nu naar Pretoria ging, maar dat Zuid-Afrika nog wel twee of drie van zulke mannen noodig had.’

Prof. Bokhorst en zijn echtgenoote reisden naar Pretoria in denzelfden trein als dr. Lorentz, de nieuwe Nederlandsche gezant, van wien bij het Alg. Ned. Verbond te Kaapstad een dankbetuiging voor het hem aangeboden feestmaal is ingekomen.

Nauwelijks was dit bezoek achter den rug, of het A.N.V. viel de aangename taak ten deel, opnieuw een ontvangst voor te bereiden, ditmaal van den opvolger van den heer P.A. van Buttingha Wichers, als Nederlandsch consul te Kaapstad, den heer G.P. Luden, die met zijn gezin met het S.S. Nieuwkerk van de Nederlandsche stoomvaartlijn naar Zuid-Afrika was gekomen. Een aantal bekende Nederlanders begroette den consul op het schip en bood mevr. Luden prachtige wilde bloemen aan. Mevr. Luden vertelde o.a., dat zij te Amsterdam verscheiden Afrikaansche studenten gekend had en toen Afrikaansch had leeren spreken.

Een aantal Afrikaansche en Nederlandsche families te Kaapstad hebben mevr. Anna Klaasen verrast met een prachtig geschenk: een ‘karos’ (vacht) die haar op reis goed te pas zal komen. Wel een bewijs, hoe de Nederlandsche voordraagster gewaardeerd is!

De belangstelling voor Nederland neemt toe. Een overwinning van beteekenis, die ongetwijfeld mede te danken is aan den toenemenden invloed van het Alg. Ned. Verbond, is een ‘bekeering’: Senator Langenhoven, de bekende geestige schrijver en dichter, die tot dusver Nederland allesbehalve vriendelijk gezind was, heeft in zijn wekelijksche bijdrage

[p. 109]

‘Aan stille waters’ in Die Burger niets dan goed van Nederland verteld in een overzicht van de vele dingen, waarin ons land zich tegenwoordig onderscheidt.

Voorts hebben de geruchten over een mogelijk bezoek van Prinses Juliana aan Zuid-Afrika in verband met haar vermeende reis naar Indië belangstelling gewekt. De bladen nemen het artikel over de Prinses in Neerlandia van April in zijn geheel over; Die Kleinspan, een bijblad van Die Huisgenoot, brengt een alleraardigst stukje over Prinses Juliana naar aanleiding van een kinderfeest, dat op haar verjaardag is gegeven. Engelsche en Nederlandsche handelshuizen hadden gewedijverd in het zenden van versnaperingen. Daverende hoezees voor ‘Juliaantje’ kwamen echt uit het hart. Nederlandsche liederen werden uit volle borst gezongen. Mevrouw Van Erkom had prijzen - o.a. Nederlandsche boeken - uitgeloofd voor korte Nederlandsche en Afrikaansche voordrachten. Portretten van Koningin Wilhelmina en de Prinses zijn in den laatsten tijd te Kaapstad zoo druk gevraagd, dat de voorraad uitgeput raakte.