Vlaanderen.
Guido-Gezellehulde door tak Ieperen.
Na Brussel en Antwerpen heeft ook de Iepersche tak van het A.N.V., 15 Juni j.l., op schitterende wijze, de honderdste verjaring der geboorte van Guido Gezelle herdacht.
De hulde had plaats in de Feestzaal van het Vlaamsche Huis en ving aan met de uitvoering, door het Vrouwenkoor, den heer Van der Schelden e.a., onder de talentvolle leiding van den heer J. Tinei, van liederen van R. Ghesquiere, L. Van Houtte, Ryelandt, A. De Hovre, E. Brengier, enz.
Voor een zeer goede voordracht van ‘Moederken’. ‘Mietje’. ‘Groeningheveld’, ‘O! Lied!’ enz. zorgde Mej. A. De Clercq, waarna een vierstemmig gemengd koor, ‘De Gypten’, van R. Schumann, op aangrijpende wijze, vertolkte. Mr. J. Leuridan hield, met den innig beheerschten gloed, dezen West-Vlaamschen voorman eigen, de feestrede, welke bij het buitengewoon talrijk gehoor diep insloeg.
Tot slot van dezen heerlijken avond werd de cantate ‘Gezelle verheven’, voor kinderkoor en gemengd koor, muziek van Arthur Verhoeven, tekst van Lambrecht Lambrechts, op voortreffelijke wijze ten gehoore gebracht. En lang nadat het zeer onder den indruk van deze schoone hulde gekomen publiek de zaal had verlaten, zinderde in alle harten het slotvers nog na:
‘Gezelle, gij, ziel van het Vlaandersche volk,
In kommer en hoop hun gezegende tolk,
Wij blikken, als gij, met een traan en een lach
Naar 't rijzend visioen van den kiemenden dag.
Wij knielen, als gij, vóór den heiligen droom:
Dat groeiende schoonheid ons velden doorstroom!
En blake weldra, op den wenk van den Heer,
De groote, de machtige zon van weleer!’