Prinsessedag te Praag.
Men meldt ons uit Praag:
De verjaardag van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana en Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Nederlanden is te Praag luisterrijk gevierd.
H.M. Gezant, Dr. H.P.N. Muller, had daartoe te zijnen huize, Palais Nostitz, de Nederlanders in Tsjecho-Slowakije genoodigd, aan welke uitnoodiging haast zonder uitzondering allen hebben voldaan, zoodat een kleine veertig personen, bijna de geheele Nederl. kolonie in dit land, aanwezig waren.
Dr. Muller hield een welsprekende rede, waarin hij wees op den band, die ons vorstenhuis aan land en volk verbindt nu reeds meer dan 350 jaren en liet daarbij in kort bestek de vorsten uit het huis van Oranje aan ons voorbijgaan. Zijne Excellentie herinnerde aan de vele en roemrijke daden en stelde hun diensten, aan ons volk bewezen, en hun zelfopoffering op den voorgrond. In het bijzonder wees hij er op, dat het Huis van Oranje kan worden beschouwd als de verpersoonlijking van ons verleden en van ons volk. Komende tot Prinses Juliana, wees spreker er op, dat zij is toegerust met gaven van verstand en hart voor de moeilijke taak, die zij met Gods wil eenmaal zal hebben te vervullen, hoewel hij hoopt, dat dat tijdstip nog verre zal zijn. Dr. Muller eindigde zijn rede met de bede, dat Gods zegen op de Koninklijke Familie moge rusten, waarop hij de aanwezigen uitnoodigde met hem het Wilhelmus aan te heffen.
Nadat de eerewijn was rondgegaan, bracht de Amsterdammer Kiveron, eerste tenor aan de Duitsche Operette te Praag, een aantal liederen ten gehoore, o.a. ‘Je Maintiendrai’, ‘Mooi Holland’ en ‘Verlangen’, dit laatste door den zanger zelf getoonzet.
Nog geruimen tijd bleef men in gezellig samenzijn bij elkander. Het was een bijzonder aangename en goed geslaagde avond, die tot verlevendiging van den band onder de Nederlanders hier te lande en met het Vaderland heeft bijgedragen.