Kortrijk.
Mr. J.E. van den Driessche, pleitbezorger te Rijsel, heeft een aantrekkelijk boekje over Kortrijk bij Valetin Bresle te Rijsel doen verschijnen. Men kent zijn ‘Histoire de Tourcoing’ (Geschiedenis van Toerkonje) in een door Maurice Lesage verluchte prachtuitgaaf? ‘La ville des Eperons d'Or, Courtrai’ (De Stad der gulden sporen, Kortrijk) is veel bescheidener van omvang, doch daarom niet minder belangwekkend. Deze stad had haar bloei te danken aan haar ligging op den viersprong der wegen naar Yper, Gent, Brugge, Doornik en Rijsel, over welke plaatsen het zijn laken en linnen stoffen verzond. Nog kan Kortrijk, naar de schrijver betoogt, door deze ligging de handen van West-Vlaanderen en Fransch Vlaanderen, de meest levenskrachtige leden van de Belgische zoowel als van de Fransche bevolking, ineen leggen. Deze opmerking komt ons zeer juist voor. Kortrijk houdt nog altijd de overlevering van zijn grootschen vrijheidsstrijd op het Groeningheveld in eere en terecht. Door die gehechtheid aan zijn verleden wekt het de verwachting, dat het ook zijn taak voor heden en toekomst beseft en wil vervullen.
Is de heroprichting van een tak van het A.N.V., er ook niet een teeken van?