Het voetspoor der vaderen
De betrekkingen met Ceilon.
Het maandblad van de Dutch Burgher Union op Ceilon, dat nu reeds zijn negentienden jaargang is ingetreden, bevat weer tal van herinneringen aan het oude stamland. Het is, alsof de band, ondanks den verren afstand, met de jaren hechter wordt. Kwam niet een der best bekende Burghers, dr. H.U. Leembruggen (die ook toetrad tot het Alg. Ned. Verbond), in Nederland de taal van zijn voorvaderen leeren? Het Journal vermeldt dit met ingenomenheid. Het vertelt ook van de reis van een Singaleesch student naar ons land, die daar grooten vooruitgang vond. In het bijzonder werd hij getroffen door de uitgebreide voorziening in arbeiderswoningen. ‘De arbeiders schijnen hier gelukkiger dan elders in Europa’, schreef hij en het blad voegt er bij: ‘Blijkbaar hebben Europa en Azië nog veel meer van de Nederlanders te leeren, dan hoe zij rubber kweeken en inlandsche volken besturen moeten.’
R.L.B. haalt herinneringen op van de viering van ‘San Nicolaas’ (neen: Sinniklaas! Red. N.), welke ruim twintig jaren geleden Maurits Wagenvoort op Ceilon heeft ingevoerd en nog altijd trouw in acht genomen wordt. Het geeft de beschrijving van een zilveren bruiloft in den ouden tijd door C.A. Lorenz, wiens geboorte voor honderd jaren onlangs werd herdacht, den ‘Dickens van Ceilon’, zooals het blad hem noemt. Verder wordt medegedeeld dat de bejaarde heer R.G. Anthonisz hersteld is en zijn letterkundig werk (voor een groot deel Nederlandsche geschiedenis) zal hervatten. De heer Anthonisz is nog steeds voorzitter van de D.B. Union. Ten slotte spreekt het blad de hoop uit, dat de Nederlandsche consul te Colombo het goede voorbeeld van zijn Franschen ambtgenoot zal volgen, die een vereeniging voor Fransche letterkunde en kunst heeft opgericht - iets dat aan de Union nog niet heeft mogen gelukken - en waarvoor, meent het Journal, de Ned. consul de aangewezen persoon is.