Neerlandia. Jaargang 34
(1930)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 14]
| |
HoofdbestuurHet Radiovraagstuk en het Grootnederlandsche belang.Het hoofdbestuur heeft 14 October aan den Minister van Waterstaat den volgenden brief gericht: Excellentie, Het Hoofdbestuur van het Algemeen Nederlandsch Verbond veroorlooft zich de aandacht van Uwe Excellentie te vragen voor de klachten, die na de verandering in de toewijzing van golflengten aan de verschillende radio-uitzendstations tot ons kwamen van luisteraars uit het buitenland, met name uit België, Engeland. West-Duitschland, Zweden en het Zuidelijk deel van Zweden en Noorwegen, die gewoon waren aan de uitzendingen op de golflengte van 1071 M., dat zij die op de andere golflengten niet of zeer zwak ontvingen. De radio-uitzendingen behooren tot de beste en krachtigste middelen om de uitwisseling van geestelijke waarden tusschen Nederland en de Nederlanders, die buiten de landsgrenzen gevestigd zijn te bevorderen, terwijl het evenzeer voor onze stamverwanten in andere landen een groot belang is van de uitingen der Nederlandsche, d.i. ook hunne beschaving kennis te nemen. Naar de meening van het Hoofdbestuur zou dus de Nederlandsche nationaliteit en de Nederlandsche beschaving ten zeerste gediend worden door: 1e. indien dat nog mogelijk is, de 1071 M. golf niet toe te wijzen aan het station voor den zakelijken omroep te Scheveningen, doch aan één der andere stations of, indien dit niet mogelijk mocht blijken. 2e. de uitzendstations Hilversum en Huizen, in verband met de aan hen toe te wijzen golflengte, in staat te stellen zich zoodanig te versterken, dat daarmede op zijn minst een even goede ontvangst in het buitenland kan worden gewaarborgd als thans het geval is met de uitzendingen op de 1071 M. golf. Wij verzoeken Uwe Excellentie dan ook met aandrang de genoemde, of wel andere doeltreffende maatregelen te nemen, welke kunnen strekken, om de uitingen van den Nederlandschen geest langs den radioweg op de beste wijze hoorbaar te maken voor zooveel mogelijk Nederlanders buiten het stamland. | |
Antwoord van den Minister.1. Naar aanleiding van bovenvermeld schrijven bericht ik U, dat door de internationale Radioconferentie te Washington voor den radio-omroep golfbanden zijn aangewezen, tengevolge waarvan de golf van 1071 M. voor dien omroep, met ingang van 1 Januari 1930, niet meer kan worden gebruikt. Voor den zakelijken omroep is dit wel toegestaan. 2. Door de daarna te Praag gehouden Europeesche radioconferentie is een verdeeling van de voor den radio-omroep beschikbare golven opgemaakt, waarbij aan Nederland twee golven zijn toegewezen, n.l. die van 298 M. en die van 1875 M. 3. Maatregelen zijn thans in overweging om de zenderapparatuur zoo goed mogelijk te doen aanpassen aan het gebruik van deze beide golflengten. 's-Gravenhage 30 November 1929. |
|