Buitenland
Een Nederlandsch huis te Parijs.
Onlangs is te Parijs, in tegenwoordigheid van den Nederlandschen gezant Jhr. Loudon, den secretarisgeneraal van het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Jhr. Mr. C. Feith, en een groot aantal andere belangstellenden, de eerste steen gelegd voor een Nederlandsch huis in de Studentenstad. Sedert 1924 bestaat aan den rand van Parijs deze nederzetting voor studenten van verschillenden landaard. Franschen, Canadeezen, Belgen, Argentijnen en Japanneezen hebben er hun eigen gebouw; eerlang komen er ook gebouwen voor studenten uit de Ver. Staten, Engeland, Zweden, Spanje, Armenië en Indo China. Nederland zal daar nu eveneens vertegenwoordigd zijn. Deze stichtingen hebben gelegenheid tot goedkoope huisvesting, studie en ontspanning. Er zijn er met 40 en 60 logeerkamers; het Fransche gebouw heeft er 340, het Nederlandsche zal er 100 bezitten. Daarbij komen studiezalen, een kantoor ter voorlichting omtrent het leven aan de Nederlandsche hoogescholen, een volledige inlichtingsdienst, alsmede een boekerij, die aanstonds plaats voor 30 000 deelen zal bieden. Een groote Nederlandsche instelling zal dus verrijzen, die haar hoogste bestemming zal bereiken, nadat de leerstoel voor Nederlandsche taal en letterkunde, waarvoor het ‘centre d'études franco-hollandaises’ (de Fransch-Nederlandsche studiekring) onder leiding van prof. dr. Pernot ijvert, zal zijn gesticht. De Nederlandsche hoogleeraar zal daar de middelen vinden tot vervulling van zijn taak, die te lang een onvervulde behoefte is gebleven. De Nederlandsche regeering steunt de nieuwe instelling.
Van de vele sprekers bij de steenlegging stelde de heer A.E. Labouchère, voorzitter van de Nederlandsche Vereeniging te Parijs, het zuiver Nederlandsche karakter der stichting in het licht; Jhr. mr. Feith herinnerde eraan, dat ook in den ouden tijd vele Nederlanders o.a. Erasmus en Johan de Witt een deel van hun studietijd te Parijs doorbrachten. In de internationale vestiging in de schaduw der beroemde Sorbonne mocht Nederland niet ontbreken. Aan de uitwisseling van denkbeelden en kennis zal zij ten goede komen; zij moge Nederlands naam beter bekend maken daar, waar de voorlichting over ons land nog zoo veel te wenschen laat.
Eerste-steenlegging, door Z.Exc. Jhr. dr. J. Loudon.