Neerlandia. Jaargang 34
(1930)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdGerrit Jan Diekema
Buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika. | |
G.J. Diekema.Het was een wel zeer onaanzienlijk troepje Nederlandsche mannen en vrouwen, dat, door economische en godsdienstige overwegingen tot landverhuizen besloten, zich in 1847 onder leiding van dr. A.C. van Raalte in de dichte wouden van westelijk Michigan neerzette. Ontzaglijk was de strijd, welke door deze geloofsen daardoor ook wilskrachtige menschen moest worden gevoerd, aleer het tot een werkelijke overplanting kon komen. Strijd tegen het zoo wispelturige klimaat, strijd met de woudreuzen, de Enakskinderen, strijd tegen allerlei ziekten in verband met de ontginning der maagdelijke gronden, strijd, zij het ook van geheel anderen meer economischen aard, met de omringende bevolking. Maar wonderlijk: ondanks dit vechten op leven en dood gingen reeds de gedachten ver uit boven 't bepaald stoffelijke, dacht men ook aan de geestelijke belangen vooral van de kinderen, dacht men met name aan het onderwijs. Ja zelfs hooger onderwijs werd in deze eerste toch zoo moeilijke pioniersjaren niet alleen ter sprake maar ook werkelijk tot ontwikkeling gebracht. In het centrum der Kolonie, in de stad Holland, werd eerst de zoogenaamde Pioniersschool gesticht, daarna deze tot een ‘academie’ (te vergelijken met onze drie-jarige H.B.S.) uitgebreid en ten slotte tot een college (te vergelijken met de twee hoogste klassen onzer vijf-jarige H.B.S. en de eerste drie Universiteitsjaren) ontwikkeld: het zoo bekend geworden Hope College, stichting vooral van Van Raalte, overtuigd als deze was, dat ‘naast Gods herscheppenden invloed’ dit het middel was, | |
[pagina 3]
| |
‘om dit Nederlandsche volk met deszelfs belijdenis van onbeduidendheid te redden.’ Welnu: tot hen, die aan Hope College hun opleiding ontvingen behoort ook Gerrit Jan Diekema, geboren te Holland (Michigan) 27 Maart 1859. Diekema ‘gradueerde’ in 1881, om daarna aan Michigans Universiteit te Ann Arbor rechten te gaan studeeren. Na deze studiën te hebben voltooid, vestigde hij zich als advocaat in zijn geboorteplaats, in welke hij vooral voor bestuurszaken groote belangstelling toonde en al spoedig het vertrouwen zijner medeburgers wist te winnen. Niet alleen vaardigden zij hem van 1885-'91 af als hun vertegenwoordiger naar Michigans Huis van Afgevaardigden, welks voorzitter hij zelfs in 1889 werd, maar ook kozen zij hem als burgemeester (1895), als mayor van Holland, welks nooden hij als stadsadvocaat reeds eer had leeren kennen. Algemeen geacht en geëerd ook door niet-Nederlandsche Amerikanen, werd Diekema in 1907 tot lid van het Congres te Washington gekozen en in 1909 herkozen. In tal van commissies heeft hij verder zitting gehad, met name in de zoogen. Spanish Treaty Claims Commission, als Chairman in de Republican State Central Committee enz. Intusschen bleef Diekema zeer aan zijn geboorteplaats gehecht en werd er ook een der financieele en industrieele leiders. Sedert 1903 is hij er president van de First State Bank en werd als zoodanig ook ‘promotor’ van verschillende takken van nijverheid. Zoo werd hij b.v. president van de Holland-St. Louis Sugar Company en van nog andere ondernemingen. Maar niet alleen de stoffelijke ook de geestelijke ontwikkeling van Holland ging Diekema ter harte. Jaren lang nam hij deel aan het bestuur van Hope College. Tal van jaren ook heeft hij als lid der Reformed Church zitting gehad in Hollands voornaamste kerkelijke gemeente, de ‘Hope’ Reformed Church. Zoozeer is hij met Holland samengegroeid, ja met heel de Kolonie, dat er geen gebeurtenis van eenige beteekenis kan zijn, of Diekema moet er spreken. En behalve uit zijn daden blijkt vooral ook uit deze redevoeringen, van welke er eenige voor mij liggen, de groote liefde van Diekema voor zijn geboortestad, maar ook voor het geboorteland zijner ouders. Trotsch is hij op zijn geboorteplaats Holland, in welks toekomst hij gelooft, voorwaarts als men er gaat: ‘Forward to greater factories, to larger stores, to an increased army of laborers, to greater efficiency in our schools, colleges, seminaries and churches, to a cleaner, brighter, better, bigger Holland.’Ga naar voetnoot1) Trotsch is hij op zijn machtig vaderland: ‘The one great worldpower working for universal peace and brotherhood’Ga naar voetnoot2), riep hij in 1914 uit. Maar trotsch is hij vooral ook op zijn afstamming, in de eerste plaats van de woudpioniers van 1847 en volgende jaren, maar dan vooral ook van de mannen van het Oude Land, van het volk van Willem van Oranje en Prins Maurits, van De Ruyter en Van Speyk. Ontroerend moet het zijn geweest, toen 21 Augustus 1907, tijdens de zestigjarige herdenking der kolonisatie in Michigan te Zeeland aldaar, Diekema aan deze afstamming herinnerde in verband ook met het verzwakken der Nederlandsche deugden onder invloed der zoo geheel andere Amerikaansche omgeving. ‘With such a heritage, with such blood flowing in our veins, with such memories stirring our souls, with such ancestors sleeping in our silent cities of the dead under the soil which they redeemed, the victory of heredity over environment is sure. Heroic as is the past, inspiring as is the present, the future holds for us a still more glorious destiny if with stout hearts and brave souls we will but enter the struggle, and fight the fight for God and home and native land.’Ga naar voetnoot1) Vooral ook voor zulke woorden, roepen wij den nieuwen gezant der Vereenigde Staten en zijn vrouw met meer dan gewone warmte toe: Hartelijk welkom! |
|