Neerlandia. Jaargang 34
(1930)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd[Nummer 1]Nederlanders in Amerika.Het ligt in het voornemen van de redactie van ‘Neerlandia’ om onder deze rubriek voortaan allerlei mededeelingen op te nemen, die betrekking hebben op het leven der Nederlanders in Amerika, zooals dit thans nog in de Nederlandsche kolonies in de Vereenigde Staten wordt aangetroffen en gelijk het daar in vroegere tijden is geweest. Aanleiding tot het instellen van deze nieuwe, wil men eenigszins gewijzigde rubriek, waren enkele opmerkingen, die ik maakte op het einde van de bespreking van het belangrijk boek van Dr. J. van Hinte, Nederlanders in Amerika, in het Meinummer 1929 van ‘Neerlandia’, blz. 77. Ik schreef daar het volgende: ‘De tijd is naar mijne meening rijp voor een Commissie, samengesteld uit Nederlandsche en Amerikaansche geleerden, die stelselmatig verzamelen en beschrijven, wat er van Nederlandsch-Amerika nog over is. Oude boekjes, levensbeschrijvingen, volksgebruiken, levensgewoonten, taal en godsdienst, kortom alles wat betreft de ‘Nederlanders in Amerika’, vooral in het Westen. Er is reeds veel aan het verdwijnen, spoedig is het voor goed te laat’. Het Hoofdbestuur van het Algemeen Ned. Verbond heeft hierin aanleiding gevonden om met mij een bespreking te houden, waar ik gelegenheid had mijn plannen nader uiteen te zetten. Het trof wel heel gelukkig, dat prof. dr. A.J. Barnouw te New York ook juist in ons land was, zoodat wij ook met hem konden overleggen. Van zijne sympathie voor ons plan om deze rubriek te openen en van zijne medewerking mogen wij ons verzekerd houden. Verder zijn ook anderen bereid gevonden ons met hunne mededeelingen en berichten te steunen. Ik denk dan in de eerste plaats aan Dr. J. van Hinte te Amsterdam, die Amerika heeft bereisd, een prachtverzameling Nederlandsche boekjes en vlugschriften over Amerika verzameld heeft en mij ook reeds enkele artikelen heeft toegezegd. Wij verwachten dat ook andere Nederlanders, die iets te bieden hebben over de kolonisatie van Amerika, niet zullen schromen ons hunne bijdragen te zenden. Maar ook in Amerika zelf hebben wij reeds medewerkers gevonden. De welbekende Dr. Henry Beets, te Grand Rapids, prof. Albert Hyma te Ann Arbor, Michigan., de heer Louis P. de Boer te Washington, prof. H.S. Lucas te Seattle. Wash., allen in Nederland geboren Amerikanen of van Nederlandsche afkomst, beloofden steun, gelijk in het vorige (Dec.) nummer van ‘Neerlandia’ blz. 207 is medegedeeld. De bedoeling is dus, dat wij van alle zijden in Nederland, maar inzonderheid uit Amerika, inwachten mededeelingen en korte artikelen, die ons het Ned.-Amerikaansche leven in al zijn schakeeringen, bonte schakeeringen liefst, latenzien. Beknopte teekenende levensbeschrijvingen van oude ‘settlers’, typische brieven uit den kolonistentijd bijv. van Van Raalte en Scholte, korte beschrijvingen van zeldzame boekjes, van volksgewoonten, taalgebruik, kortom over allerlei, dat ons een duidelijker beeld kan geven over heden en verleden van Nederlandsch-Amerika, dan wij thans bezitten. Wie wat wetenswaardigs te vertellen heeft, is welkom. Artikelen van niet meer dan 1 ½, ten hoogste 2 kolommen, zijn het geschiktst. In kwesties van taal of godsdienst of politiek treden wij niet. Het is ons er om te doen voor het nageslacht vast te leggen en te bewaren, wat thans lichtelijk | |
[pagina 2]
| |
dreigt te verstuiven en verloren te gaan. Dit kan dan tevens voor ons zelf ‘onderhoudende en nuttige lectuur vormen’. Zoo willen wij dienen een stambelang, een landsbelang - het belang tenslotte van Nederland en Amerika beide, om ook op deze wijze den band vaster aan te snoeren.
Wij stellen het op hoogen prijs, dat de nieuwe Amerikaansche gezant te 's-Gravenhage, Zijne Excellentie Gerrit J. Diekema, niet alleen zijne ingenomenheid met ons plan heeft betuigd, maar ons ook een artikel van zijne hand, bij wijze van inleiding, heeft geschonken. Wij verheugen ons ook zijn portret te kunnen plaatsen, waarbij Dr. J. van Hinte een levensschets heeft geschreven, die ons Zijne Excellentie, den zoon van het Westen, drager van de Nederlandsch-Amerikaansche roemvolle traditiën, levendig voor oogen stelt. Leiden-Oegstgeest.
Prof. Dr. A. EEKHOF.
* * *
Degenen onder ons, wier voorouders uit de Nederlanden overstaken naar Amerika, hebben een diepe en durende belangstelling in het welzijn van hun Vaderland. Om een echte Amerikaan en een goed en trouw burger van de Vereenigde Staten te wezen, is het geenszins noodzakelijk zijn belangstelling op te geven in het land, waaraan we door den bloede verbonden zijn. Een gerechtvaardigde trots op zijn geschiedenis en zijn daden is hooglijk te prijzen. Wij vergeten te gauw en wij moesten meer acht geven op het dikwijls herhaalde bevel uit de Schrift: ‘Gedenkt! Gedenkt!’ Kipling gaf vorm aan dat gevoel, toen hij in zijn onsterfelijk ‘Recessional’ zong: ‘Lest we forget, lest we forget.’Ga naar voetnoot1)) Evenmin mogen wij van de onderstelling uitgaan, dat het moederland de belangstelling heeft verloren in zijn kinderen en kindskinderen, waar zij ook wonen. Dat het hun wel gaat en dat zij slagen, doet het moederhart trillen van vreugde. De betrekkingen zijn dan ook wederkeerig en de vruchten daarvan kunnen alleen verzekerd worden door wederzijdsche inspanning. Het zijn die gedachten, welke het Algemeen Nederlandsch Verbond er toe geleid hebben in zijn maandblad Neerlandia onder het hoofd ‘Nederlanders in Amerika’ oude brieven, documenten enz. betreffende de Nederlandsche nederzettingen in Amerika te gaan bekend maken. Dat zal, naar mijn meening, de wederkeerige belangstelling bevorderen en voor de lezers een onderhoudende en nuttige lectuur vormen. Het plan heeft daarom mijn hartelijke en geestdriftige instemming. GERRIT J. DIEKEMA. |
|