Tweetaligheid neemt toe.
Blijkens een ambtelijk verslag worden de blanken in Zuid-Afrika meer en meer tweetalig. Van de schoolgaande en volwassen blanken gaven zich in 1918 42.07 t.h. als tweetalig op, in 1921: 50.71 en in 1926: 58.52 t.h. Het aantal alleen Engelschsprekenden is niet zoo sterk gedaald als het aantal alleen Afrikaansch-sprekenden (onderscheidenlijk 3.6 en 4.2 t.h.). Van de stedelijke en de landbevolking is onderscheidenlijk 61 en 55 t.h. tweetalig. In de steden spreken 31 t.h. van de bevolking alleen Engelsch, 8 t.h. Afrikaansch. Op het land is het juist andersom: 37 t.h. spreken alleen Afrikaansch en 8 t.h. alleen Engelsch. Het aantal mannelijke personen, die Afrikaansch spreken, is in de Unie ongeveer even groot als het aantal vrouwelijke.
De tegenstelling tusschen stad en land vindt men terug te Bloemfontein en te Durban. De hoofdstad van den Vrijstaat bezit de meeste tweetaligen en de meeste Afrikaansch-sprekenden, de hoofdstad van Natal de minste tweetaligen, de minste Afrikaansch en de meeste Engelsch sprekenden.
Uit het verslag blijkt verder, dat kinderen beneden 6 jaar meestal Afrikaansch spreken, en dat Afrikaansch ook voor het meerendeel de taal is der bejaarden. Voorts: dat de bevolking van Kaapland min of meer tweetalig is. De Transvaalsche steden zijn overwegend Engelsch.
Des te verheugender is het bestaan van een Afrikaansch bolwerk te Pretoria in den vorm van de Afrikaanse Hoogeschool, die voortdurend haar onderwijs uitbreidt. Zij is in 1920 gesticht met 44 leerlingen; de lokalen moesten zoo dikwijls uitgebreid worden, dat er tenslotte een eigen gebouw moest komen. Generaal Hertzog heeft daarvoor den eersten steen gelegd; het was een prachtig gebouw. Maar aan het einde van het eerste jaar was het alweer te klein en moest een grooter gebouw in gebruik worden genomen, dat tot dusver voor ander onderwijs dienst deed. Thans, na achttien maanden, is ook dit gebouw ontoereikend geworden, zoodat het bestuur heeft moeten besluiten de inrichting in tweeën te splitsen, één voor meisjes en één voor jongens. De eerste hoogeschool voor meisjes in Transvaal was hiermede gesticht. Het onderwijs in deze instellingen zal ongetwijfeld de tweetaligheid krachtig bevorderen.