Achterstelling van het Nederlandsch.
Wij verwachten goede uitkomsten van den Vlaamschen leergang, dien men, blijkens het medegedeelde op den 6den Vlaamschen landdag te Steenvoorde, in Fransch Vlaanderen onder leiding van prof. Despicht gaat inrichten. Tegen een kleine bijdrage kan ieder, ook de talrijke Vlamingen, wien het onmogelijk is, den leergang in het Nederlandsch aan de Vrije Universiteit te Rijsel bij te wonen, of lid te zijn van een Vlaamschen kring, zich aldus bekwamen in de moedertaal van zijn land.
Het is een groote verdienste van het ‘Vlaamsch Verbond in Frankrijk’ eenigermate het ambtelijke verzuim te willen vergoeden, dat er aan de Parijsche Sorbonne leerstoelen zijn voor alle Europeesche talen met uitzondering van het Nederlandsch. ‘Waarvoor’, zoo vraagt Le Lion de Flandre, ‘dienen te Parijs de ‘Fransch-Nederlandsche Vereeniging’ en het ‘Centre d'Etudes Néerlandaises’? De Engelsche en Duitsche universiteiten toonen meer begrip voor het belang onzer taal voor de beschaving, dat gestadig toeneemt. En aan verschillende universiteiten in de Ver. Staten, o.a. te Chicago werd reeds vóór den oorlog Nederlandsch onderwezen.
‘En weet men, dat sedert October 1927 een leerstoel in de Nederlandsche taal ingesteld werd onder leiding van den heer Verbeek aan de universiteit van Boedapest? Staat het geschreven, dat de Sorbonne alleen zal achterblijven?’
Wat zullen de Fransch-Nederlandsche vereenigingen in Nederland en Frankrijk antwoorden op deze critiek? Dat zij er wel zijn tot bevordering van het Fransch, maar dat het Nederlandsch haar niet aangaat?