Zuid-Afrika
Koninginnefeest te Kaapstad.
Evenals vorige jaren is de verjaardag van Koningin Wilhelmina in Kaapstad waardig gevierd.
Hollanders en Afrikaners kwamen eerst op 29 Aug, te zamen in de stadszaal te Rondebosch op uitnoodiging van de Afrikaans-Hollandsche Kunstclub, waar een tooneelstukje werd opgevoerd, ‘'n Kissie met Kruit’, gevolgd door een kunstdansvoorstelling van acht paren in kleederdracht van den pruikentijd, afgewisseld door muziek en tableaux van kleine meisjes, die den naam van Koningin Wilhelmina voorstelden.
Op Koninginnedag vierde de Kaapsche afdeeling van 't A.N.V. feest. Een zeventigtal personen, Afrikaners en Nederlanders, vereenigde zich aan een maaltijd onder voorzitterschap van den heer J.L. Schoeler. Verschillende sprekers voerden het woord. Na den eersten heildronk van den Vice-Consul der Nederlanden, den heer Jac. Loopuyt, was de voornaamste spreker prof. A. Moorrees, die een overzicht gaf van Koningin Wilhelmina's medeleven met haar volk, en Nederlands glorierijke geschiedenis, zijn rijke taal- en letterkunde schetste. ‘Het zou een ramp zijn voor de Afrikaansche letterkunde’, zei prof. Moorrees o.m., ‘als de band met Nederlandsch werd verbroken, wij moeten vasthouden aan den rijken vollen stroom van het oude Nederland.’ Ook weidde spreker uit over Nederlandsche kunst en wetenschap en hij vergeleek de taaie volharding van den eenvoudigen karooboer met het taaie volhardingsvermogen van den Nederlander. Het volhardingsvermogen van den Afrikaner bezorgde hem na langen strijd gelijke taalrechten. De innerlijke kracht maakte Nederland tot een groot land met een groot volk.
De heer G.A. Leyds sprak als schakel tusschen Afrikaners en Hollanders over de beteekenis en den arbeid van het A.N.V., van welks helaas niet in stand gebleven Groep Zuid-Afrika zijn vader, Johannes J.C. Leyds, in 1898 een der medestichters was.
Na zijn toespraak stonden de in Nederland geboren Nederlanders op, om aan de Afrikaansche vrienden een heildronk te wijden.
De volgende spreker was prof. M.C. Botha, die ook de samenwerking tusschen Afrikaner en Hollander prees en ook de Afrikaansche taal, die, dochter van het Nederlandsch, nu volwassen is geworden. Er zijn Afrikaners, meende prof. Botha, die niet genoeg beseffen, dat aan Holland en de Hollandsche taal moet worden vastgehouden. Door middel van de scholen behooren de Afrikaners meer kennis van Holland te krijgen. Door middel van de ouders moet den kinderen geleerd worden Hollandsche boeken te waardeeren.
Na den voorzitter van het A.N.V. den heer J.L. Schoeler, die de Nederlandsche wapenspreuk ‘Ik zal handhaven’ tot uitgangspunt van zijn tafelrede gekozen had, voerde het woord advocaat H.A. Fagan, die het A.N.V. de oudste Hollandsch-Afrikaansche vereeniging noemde, welke blijk heeft gegeven uiterst levenskrachtig te zijn, in een behoefte voorziet en in Zuid-Afrika een roeping heeft te vervullen, voornamelijk bestaande in de bevordering der Nederlandsche taal- en stambelangen.
Muziek en zang besloten de feestviering. Een keurig gedrukte en toepasselijke spijskaart was voor deze gelegenheid samengesteld. Het gouden Nederlandsche wapen en het kleurige bloembollenveld verplaatsten de aanzittenden wel in het hartje van Holland.
Ook te Pretoria werd koninginnedag met opgewektheid gevierd.