Boekbespreking.
The Dutch in Ceylon by R.G. Anthonisz. Printed at the C.A.C. Press, Colombo, Ceylon 1929.
Het eerste deel van een belangrijke geschiedkundige studie over de Nederlanders op Ceilon is door den heer R.G. Anthonisz, den voormaligen, zoo verdienstelijken voorzitter der Dutch Burgher Union in het licht gegeven. De heer Anthonisz heeft als rijksarchivaris op Ceilon, dank zij zijn uitmuntende kennis van de Nederlandsche taal, alle bescheiden kunnen raadplegen, door de Nederlanders achtergelaten en hij brengt, in zijn boek, waarlijk een bedolven schat naar boven. Hij heeft een rijke hoeveelheid materiaal verzameld over de Nederlandsche koloniale geschiedenis en heeft dat met vaardige hand in een keurigen vorm verwerkt. Het thans verschenen deel handelt over de jaren 1640 tot 1765; volgende deelen zullen het tijdperk tot 1796 beschrijven, het jaar van het einde der Nederlandsche bezetting. Wat ons het meest aantrekt in het verhaal van den heer Anthonisz is, dat hij goed en kwaad onbeschroomd kenschetst. ‘De Nederlanders’, schrijft hij o.a. ‘waren toen in commercieelen zin op het oorlogspad. Het was de eeuw van avontuur, ontdekkingen en handelsnaijver; vastbesloten, hun stelling als grootste zeemogendheid en eerste handelsvloot van Europa te handhaven, waren zij bereid, groote gevaren onder de oogen te zien, vele hardheden en ontberingen te ondergaan en ook, indien dat noodig was, geweld te gebruiken om hun doel te bereiken.’ Zoo was de tijd; men behoeft dien niet mooier voor te stellen, dan hij was, om de groote daden van het voorgeslacht te kunnen waardeeren. In dit opzicht toont de heer Anthonisz zich een getrouw en betrouwbaar geschiedschrijver in een boek, dat aan de kennis van de Nederlandsche geschiedenis in het buitenland zeer ten goede kan komen.