Toelichting.
Het voorstel tot wijziging van de artt. 13 en 14, ingediend door groep Nederland en opgenomen in het Juninummer van Neerlandia, wordt door het Hoofdbestuur in dien vorm niet aannemelijk geacht. Het hoofdbezwaar is wel, dat het lidmaatschap van het dagelijksch bestuur onvereenigbaar zal wezen met het zijn van afgevaardigde eener groep. Vooral voor de overzeesche groepen, die gebonden zijn aan de keuze uit een kleinen kring van in Europa verblijvende personen, die tevens door vroeger verblijf in het land van één dier groepen op de hoogte zijn van de toestanden, is het nuttig en wenschelijk, dat beide functies vereenigbaar blijven. Bovendien is het in het algemeen wenschelijk, dat de leden van het dagelijksch bestuur evenals de andere leden van het Hoofdbestuur zich kunnen gedragen voelen door het vertrouwen eener groep, en dat wel rechtstreeks en niet alleen middellijk, doordien zij gekozen worden door de gezamenlijke afgevaardigden der groepen. Wanneer het voorstel van groep Nederland wet zou worden, wordt als het ware de band doorgesneden, die het hoofdbestuurslid, tevens lid van het dagelijksch bestuur, bindt aan de groep, die hem afvaardigde.
Een bezwaar van het tegenwoordige stelsel is echter dat een lid van het Dagelijksch bestuur, op wiens behoud het Hoofdbestuur prijs stelt, moet aftreden doordien de groep hem niet herkiest als afgevaardigde, waarvan het gevolg zou kunnen zijn, dat een zeer gewaardeerde kracht voor Dagelijksch- èn Hoofdbestuur zou verloren gaan. Bovendien wordt bij de bestaande regeling het Hoofdbestuur voor de aanvulling van het Dagelijksch Bestuur noodeloos beperkt, doordat het een bij uitstek geschikt persoon niet mag benoemen, eenvoudig omdat hij niet afgevaardigde eener groep is.
Daarom heeft het Hoofdbestuur besloten een nieuw voorstel aan het oordeel der Algemeene Ledenvergadering te onderwerpen. Het eerste lid van artikel 14 wordt dan gewijzigd in dier voege, dat de leden van het Dagelijksch Bestuur kunnen gekozen worden buiten de afgevaardigden der groepen.
In een nieuw tweede lid wordt de aftreding der leden van het Dagelijksch Bestuur geregeld.
De bepaling, dat de niet-afgevaardigden eener Groep bij de vervulling van plaatsen in het dag. bestuur niet meekiezen, is opgenomen, opdat de beslissing over de vraag of de plaats zal worden vervuld door een afgevaardigde of niet-afgevaardigde alleen aan de afgevaardigden blijve.
De verandering, die in verband met de wijziging van art. 14 moet worden aangebracht in artikel 13, behoeft geen toelichting.