vele dier vraagstukken gemakkelijker zal doen staan dan een ander.
Er is geschreven over Curaçao en de rijksgedachte. Wij willen het daarover op dit oogenblik echter niet hebben, omdat wij dan misschien buiten onze
Ir. L.A. Fruytier.
statuten zouden geraken. Liever denken wij aan Curaçao en de A.N.V.-gedachte. Curaçao is bij uitstek een Verbondsland. Op weinige uitzonde-ringen na wonen er slechts stamverwanten en volksgroepen van niet Europeesche afkomst, aan wie het Verbond, ter bevordering van een voortdurend goede verstandhouding tusschen stamverwanten daar en elders en die volksgroepen, zijn belangstelling wijdt in den geest van het doel van het Verbond, de verhooging van de geestelijke, zedelijke en stoffelijke kracht van de volken en volksgroepen, die tot den Dietschen stam behooren en versterking van hun bewustzijn van onderlinge verwantschap. Het is, of art. 2 der Verbondswet voor Curaçao geschreven is.
Bij den aanvang van zijn arbeid, eerst hier ten nutte van dat land, later ginds, roepen wij den heer Fruytier een hartelijk welkom toe. Zijn taak zal niet gemakkelijk zijn. Teleurstelling zal niet altijd ontbreken. Maar de taak is er niet minder mooi om. Als vertegenwoordiger van het hoogste gezag in het Rijk den naam van dat gezag hoog te houden, het te doen eerbiedigen, den Nederlandschen naam een eere te doen zijn tegenover onderdaan en vreemdeling, het is de eerste eisch, die den gouverneur van Curaçao gesteld mag worden. Met het aannemen der Koninklijke benoeming is die eisch vrijwillig aanvaard. Hij moge vervuld zijn, als straks de tijd van rekenschap daar is. Dan zullen èn Nederland èn Curaçao met dankbaarheid op gouverneur Fruytiers bestuur terugzien.