Bemoedigende en ontmoedigende verschijnselen.
Het Afrikaansch verkeert in zijn jeugd; het wordt opgemerkt en besproken; velen willen het ten gevalle zijn en het voorthelpen.
Toen lord Knollys, een der directeuren van Barclay's Bank, onlangs in Afrika reisde, hield hij een toespraak in het Afrikaansch. Een Engelsche firma in Engeland heeft een prijslijst voor het Afrikaansch sprekende deel van Zuid-Afrika daar verspreid. Als men even nadenkt over de kosten van zulk een uitgaaf, blijkt het wel, dat deze onderneming niet maar een aardigheid heeft willen uithalen, doch daarvan inkomsten verwacht en de toenemende beteekenis van het Afrikaansch erkent.
‘Die Burger’ vertelt, dat een Amerikaansch blad de ‘Columbia Missourian’ in een feestbijlage ter gelegenheid van zijn twintigjarig bestaan een artikel heeft opgenomen in het Afrikaansch, onder het opschrift ‘Die joernalis se Geloofsbelijdenis’. Een student aan de school voor dagbladschrijvers te Columbia, de heer T. le Grange leverde de vertaling.
Zeer bemoedigend is een mededeeling van den heer F. van Rensburg, secretaris eener te Kimberley opgerichte ‘Afrikaanse Kultuurcommissie’ aan Die Burger, dat daar in de laatste twee of drie jaren herhaaldelijk met goed gevolg Afrikaansche tooneelstukken gespeeld en voorlezingen gehouden zijn. En zulks in een plaats, waar het Afrikaansch altijd op den achtergrond was gebleven.
Onder zulke omstandigheden is het vreemd, dat er nog zooveel wantrouwen in het Afrikaansch in het eigen land wordt gevonden en dat er zooveel minder Afrikaansch wordt gelezen dan vroeger Nederlandsch. ‘Die Burger’ schrijft, dat een groot Zuidafrikaansch universiteitscollege in een stad, waar de meeste menschen Afrikaansch of Nederlandsch spreken, zich overwegend van Engelsch bedient. Zeer teleurstellend was onlangs een afbrekend dagbladartikel van prof. Clarke tegen het Afrikaansch, dat hij alleen voor huiselijke kringen geschikt noemde. Professor C.A. Botha is hem het antwoord niet schuldig gebleven; nochtans vinden wantrouwen en wankelmoedigheid voedsel in zulke beschouwingen. Bemoedigende woorden sprak dr. D.F. Malan bij de jaarlijksche prijsuitreiking in verband met de Taalbond-examens te Stellenbosch. Het gehoor luisterde met diepe belangstelling en onderbrak de rede herhaaldelijk met gejuich. Hij riep de herinneringen op van de indrukken, die in zijn jeugd de Taalbond-beweging op zijn gemoed hadden gemaakt. De bond gaf aan zijn leven richting en werklust. En met hem aan heel het jonge Zuid-Afrika.