Koninginnedag te Kaapstad.
Men meldt ons uit Kaapstad:
Na vriendschappelijk overleg besloten de Kaapsche Afdeeling van het A.N.V. en de te Kaapstad bestaande Afrikaans Nederlandse Kunstklub dit jaar ter gelegenheid van den verjaardag van Koningin Wilhelmina elk een feest te geven. De voorzitter van 't A.N.V., de heer J.L. Schoeler, is ook secretaris van de Kunstclub, terwijl de voorzitter van de Kunstklub, Dr. K. de Lint, bestuurslid is van 't Verbond en ook Dr. W.G. Ryss in beide besturen zitting heeft. De onderlinge regelingen lieten niets te wenschen over.
Gedurende den voormiddag van 31 Augustus ontving de Consul der Nederlanden, de heer P.A. van Buttingha Wichers, in de kantoren van 't Consulaat, Burgstraat, een stroom van bezoekers, de consuls van verschillende landen, voorname Afrikaners en Nederlanders, ambtenaren van verschillende Departementen van Staat of hun vertegenwoordigers.
Den volgenden avond hield het Bestuur van 't Algemeen
Feestmaaltijd te Kaapstad op 1 Sept. 1928, ter eere van den verjaardag van H.M. Koningin Wilhelmina.
Nederlandsch Verbond een feestmaaltijd. De tafels waren prachtig versierd met rood, wit en blauw en oranje bloemen. Om acht uur leidde de voorzitter den Consul der Nederlanden en zijne echtgenoote binnen, waarop, begeleid, door een damesorkest, de aanwezigen het ‘Wilhelmus’ lieten hooren. De fraaie spijskaarten, voorzien van het portret van Hare Majesteit, trokken zeer de aandacht, ook om de echt Hollandsche spijslijst. Er heerschte dadelijk een door en door aangename en gezellige stemming en, als het orkest bekende vaderlandsche wijsjes liet hooren, stemden allen, Nederlanders en Afrikaners, er van harte mee in. Onder de Afrikaansche Kapenaren aan dezen feestdisch werden opgemerkt de bejaarde predikant der Gemeente Groote Kerk, Ds. J.P. van Heerden, die de verrichtingen opende met een kort gebed en zijn jonge ambtsbroeder, Dr. A.J. van der Merwe. Daar was Dr. (en mevrouw) W.J. Viljoen, Superintendent-Generaal van Onderwijs, Senator (ex-minister) F.J. Malan, verschillende professoren van de Universiteit, de heer en mevr. B. van Erkom, Vice-consul en Mevr. Loopuyt, kortom, lange rijen van hartelijk feestvierende Kapenaars. Het Bestuur van 't Verbond had den Consul verzocht dien avond als voorzitter op te treden. Een voortreffelijke feestrede sprak hij uit en hartelijk werd 't ‘Wien Neerlandsch bloed’ aangeheven. Schitterend, aangenaam en onderhoudend was de toespraak van Dr. Viljoen, die ons terugbracht naar de studentenjaren in Amsterdam en herinnerde aan de groote mannen, door Nederland opgeleverd, en er ook op wees, dat een groot aantal der mannen, die wij thans in Zuid-Afrika als onze leidende krachten erkennen, hun opleiding aan Nederlandsche Universiteiten hebben genoten. De denkbeeldige wandelingen door Amsterdam werden door aanwezige jonge advokaten en studenten met innige vreugde gevolgd en meedoorleefd, waarvan de vele bijvalsbetuigingen en aanvullingen het bewijs leverden. ‘Zou ik weer eens voor de keuze staan, waar ik
zou gaan studeeren, dan zou ik zekerlijk weer Nederland kiezen....!’ aldus besloot deze spreker zijn betoog.
Ook de heer F.S. Malan sprak over Nederland als het land der vrijheid, dat aan de Hugenoten een schuilplaats had aangeboden. In dit verband herinnerde Consul Wichers op gevatte wijze aan De Coligny, die in den St. Bartholomeusnacht het leven had verloren en een der voorzaten van onze Koningin was. De heer Schoeler bracht hulde aan den Consul, en aan zijn echtgenoote, waarop weer een lustig vaderlandsch lied volgde; hij bracht dank aan de vertegenwoordigers van andere vereenigingen en de vele Afrikanervrienden, die aanwezig waren, alsmede aan den Duitschen Consul Dr. Hammann en echtgenoote. Dr. Viljoen en Dr. de Lint brachten hulde aan de regelingen van den heer Schoeler, waarop een ‘Langzal-ie-leven!’ volgde. Mejuffr. Betty Steyn, begeleid door Mevr. J. Luyt, zong een lied van Zweers, waarvoor zij de dankbaarheid varn allen verwierf. Weer klonk de muziek, weer werden de glazen geheven op het welzijn van Hare Majesteit en algemeen werd de hoop uitgesproken, dat zulk een bijeenkomst een jaarlijksche instelling zou worden.
En den volgenden dag, Zondagmorgen, betraden de Nederlandsche Consul en echtgenoote, vergezeld van Mevrouw Delprat, en den heer Loopuyt, vice-consul, en Mevr. Loopuyt, de historische Groote Kerk, in Adderley Straat (Heerengracht). In verband met het Kellog-vredestractaat sprak Dr. van der Merwe over Vrede op Aarde..... Hij behandelde het mooie onderwerp op boeiende wijze en het deed Afrikaners en Nederlanders (er waren veel Nederlanders uit de voorsteden voor deze gelegenheid gekomen) goed, toen de prediker er ten slotte toe overging er op te wijzen, wat Nederland, en het