Belangstelling voor Indië.
‘Indië ligt niet meer voor het Nederlandsche volk als een vaag begrip aan de grenzen van zijn bewustzijn. Het gaat in het middelpunt van dat bewustzijn een plaats innemen als een tastbare werkelijkheid, helder en levendig van kleur en steeds duidelijker van omtrekken.’ Aldus de heer Ant. J. Lievegoed, redacteur voor Indië der N.R.Ct. in zijn voordracht voor de Indische radio. De bewijzen voor die bewering liggen voor het grijpen. Vooral de I.T.A., de koloniale tentoonstelling te Arnhem, die zoo uitnemend slaagde, heeft veel goed gedaan en belangstelling gewekt in binnen- en buitenland, bij jong en oud. Bij de 300.000 menschen, die deze tentoonstelling bezochten, waren meer dan 60.000 schoolkinderen. Bij troepen kwamen ze ook uit Duitschland den Rijn afzakken. De vliegtochten, de radio, naast belangrijke instellingen als het Koloniaal Instituut, de J.P. Coenstichting, ‘Oost en West’ en zooveel andere versterken gestadig den band met het rijk van Koningin Wilhelmina over zee.
Het is een bemoedigend denkbeeld, dat Nederland met de radio zoowel als met zijn luchtpostdienst alle landen voor is. Met spanning volgt ieder de tochten van kapt. Koppen en zijn kloeke gezellen, die den afstand tusschen Nederland en Indië verkorten. Bij de radio-voordrachten en de muziek, van hier naar Indië gezonden, was er geen afstand meer.
Kruisspreken is alleen mogelijk over de Nederlandsche en Ned.-Indische zend- en ontvangstations en Nederland is het eenige land in de wereld, dat een dergelijke verbinding tusschen moederland en rijksdeelen in overzeesche gewesten bezit.